Mensenrechten een verkapte vorm van Westers imperialisme?

Afgelopen maandag en dinsdag was er een congres aan de Universiteit Utrecht over mensenrechten, waarin specifiek de vraag centraal stond of deze universele status kunnen claimen. Eén van de sprekers stelde dat dit absoluut niet het geval is: ze* legde uit dat mensenrechten als institutie vaak door Westerse machten worden gebruikt om niet-Westerse culturele groepen “onze” waarden en wil op te leggen, en daarmee te onderdrukken. Het zou dus duidelijk zijn dat mensenrechten geen aanspraak op universaliteit kunnen claimen, en te eisen van staten dat zij mensenrechten respecteren zou zodoende onmiskenbaar een vorm van Westers imperialisme zijn. Hoewel zo’n standpunt waarschijnlijk uit de allerbeste intenties voortkomt, is het om verschillende redenen ten diepste problematisch.

Foto: Kees de Vos (cc)

Drogreden: mensenrechten zijn westers

COLUMN - ‘Mensenrechten zijn westers’ is een veelgehoord argument. Integendeel, meent Jan Pronk: ‘De universele erkenning van mensenrechten is het resultaat van een wereldwijde strijd.’

Mensenrechten zijn een eenzijdig westers concept. Dat geluid klinkt nog steeds, en zelfs luid. Weliswaar gelden mensenrechten voor iedereen, waar ook ter wereld, maar het waren vooral westerse landen die na de Tweede Wereldoorlog het begrip afbakenden in een Declaratie van de Verenigde Naties. De meeste andere landen waren nog koloniën. Toen zij, onafhankelijk geworden, toetraden tot de VN, onderschreven zij een al bestaande tekst. Daarom, zo luidt de kritiek, ademde de Declaratie van het begin af aan een geest van westerse vooringenomenheid. Westerse landen hebben daar nooit afstand van genomen, getuige hun kruistocht voor democratie overzee, hun kritiek op de behandeling van homo’s in Oeganda of de besnijdenis van vrouwen in Afrikaanse en islamitische landen. Westerse landen tonen geen respect voor andere culturen. Hun ijver voor mensenrechten is daarvan het beste voorbeeld.

Mensenrechten vormen de kern van een aloude ideologische polarisatie rond de verhouding tussen het individu en de staat en andere sociale verbanden. Die polarisatie is met het einde van de Koude Oorlog niet verdwenen. Sindsdien zijn religieuze tegenstellingen verscherpt. Overal nam het nationalisme toe, ondanks, of juist ten gevolge van de globalisering. Nationale emancipatie leidde tot groeiend cultureel zelfbewustzijn. Opiniemakers in het Westen vreesden cultuurrelativisme. Westerse politici predikten dat verhoudingen binnen de samenleving marktbeginselen moesten respecteren, ongeacht sociale ongelijkheid.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.