Groter denken, kleiner doen

een gastbijdrage van Joyce Hes Groter denken, kleiner doen. Dat was de titel van de oproep van Herman Tjeenk Willink in 2019. Het is nuttig dit boekje er even bij te pakken nu hij tot informateur is benoemd en mede als belangrijke opdracht heeft in zijn verkenning de noodzaak van een verandering van de bestuurscultuur en de relatie parlement en kabinet mee te nemen. In zijn visie op een democratie die er toe doet, geeft de huidige informateur duidelijk aan dat de BV Nederland het failliet betekent van de democratische rechtsorde (pag 19), een opvatting waartegen hij zich, naar eigen zeggen sinds de tweede helft van de jaren tachtig heeft verzet. Het accent lag, aldus Tjeenk Willink, op wat de overheid om financiële redenen niet meer zou kunnen doen, niet op wat de overheid in een democratische rechtsorde wel móet doen (pag 17). Er is inmiddels een chronisch gebrek aan reflectie, vindt hij. De terugtred van de overheid betekende feitelijke verwaarlozing van de politieke functie. Die functie houdt volgens TW in: Het steeds opnieuw bepalen wat algemeen belang vereist, het expliciet toedelen van waarden en keuzes maken (pag 23). Belangrijk vindt hij ook dat we meer oog hebben voor het zogenaamde ‘republikeinse’ burgerschap in de zin van de gezamenlijke inzet van burgers voor de Res publica. Volgens hem waren de liberalen na de ontzuiling te zeer gefixeerd op de markt en het individu. Het marktdenken staat haaks op het politieke, omdat het gericht is op het individu en niet op de samenleving; omdat het gericht is op de korte termijn en niet op de toekomst; omdat het gericht is op uniformering en niet op diversiteit; omdat het gericht is op kwantiteit en niet op kwaliteit; omdat het financieel-economisch en niet sociaal-cultureel  van aard is (pag 111). Politici moeten burgers serieuzer nemen, burgers zijn meer dan consumenten. Initiatiefnemers voelen zich vaak tegengewerkt door ambtenaren en toezichthouders (pag 59). Herman Tjeenk Willink maakt in zijn oproep gebruik van de term ‘een vernieuwd sociaal contract’, waarin ook informatierechten van de burger worden opgenomen. Tja, en aan wie denken we dan als we dit alles lezen? Jazeker, ook aan Kim Putters van het Sociaal Cultureel Planbureau die over de noodzaak van een – uitdrukkelijk tweezijdig – vernieuwd sociaal contract  spreekt. Maar ik bedoel hier: Degene over wie het na het per ongeluk openbaar worden van de notities van verkenner Ollongren steeds is gegaan: Pieter Omtzigt. Hij lijkt wel verdwenen uit het maatschappelijk en politiek discours sinds Pasen en sinds er toch weer een begin is gemaakt met verkenningen richting een nieuw te vormen kabinet waarin, zo lijkt het, de VVD en zeker Rutte toch weer niet is weg te denken. Omtzigt staat precies voor die tegenmacht en dat  type overheid en burgerschap waar Tjeenk Willink op doelt. Juist Omtzigt heeft alle tools in handen om een draai te geven aan een andere invulling van onze parlementaire democratie en doet daar in zijn boek: Een nieuw sociaal contract, 10 suggesties voor, allemaal even zinnig. Er zijn voorstellen die snel verwezenlijkbaar zijn zoals: Instelling van een Commissie Rijksuitgaven als controle-instituut, verbeterde bemensing van de Kamer  ten behoeve van het volgen van het hele wetgevingsproces, bestuursrechtspraak moet onafhankelijker worden van burger en overheid,  transparantie waar het gaat om met welke ambtenaar de burger contact heeft (gehad), een speciale belastingombudsman, meer denktanks en minder overheersing van modellen… Mijn idee zou zijn: Vraag aan Pieter Omtzigt of hij huis en haard even wil verlaten om aan de hand van zijn voorstellen uit Een nieuw sociaal contract, een notitie en discussiestuk te maken, wat besproken kan worden met de fracties uit de Tweede Kamer, zowel de kleine als de grote. Laat hen reageren op dat stuk. En kijk dan welke partijen serieus ingaan op de voorstellen en die ook eventueel zouden willen uitvoeren… Grote kans dat de VVD daar niet bij zit, de VVD van BV Nederland, de VVD van het marktdenken, de VVD die niet echt uitblinkt door reflectie. Ik zou nu zeggen: Pieter, jij stond de afgelopen weken zo centraal, met het verhaal over je positie elders. Jij spreekt de taal van Tjeenk Willink. Jij hoort nu in het midden van die parlementaire democratie te staan, die  zichzelf opnieuw wil uitvinden. Ere wie ere toekomt!! Dit stuk verscheen eerder op het blog van Joyce Hes.

Door: Foto: Matty Ring (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Groter denken, kleiner doen – Herman Tjeenk Willink

RECENSIE - door Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.

© Uitgeverij Prometheus cover boek Herman Tjeenk WillinkEen veteraan uit de binnenkamers van de Haagse macht verwoordt een aanklacht. Beschaafd, dat wel. Maar misschien daarom wel belangrijker. Die aanklacht komt van Herman Tjeenk Willink, oud-vicepresident van de Raad van State (‘onderkoning’ van Nederland), oud-voorzitter van de Eerste Kamer, informateur van diverse kabinetten, waaronder Rutte III, etc., etc.

De democratische rechtsorde ligt onder vuur, schrijft Herman Tjeenk Willink. Terwijl die democratische rechtsorde het enige is dat ons nog bindt. ‘Ons’, dat zijn de burgers van Nederland. Maar marktdenken, bureaucratie en technocratie hebben dat fundament van de maatschappij ondermijnd.

Rechtsorde

Die rechtsorde is niet zomaar een manier om de staat te organiseren, maar een ‘normatief concept’, schrijft Tjeenk Willink. Beginselen en waarden komen er in tot uitdrukking. Bijvoorbeeld tolerantie, rechtvaardigheid, redelijkheid en mensenrechten. De overheid is geen bedrijf, schrijft hij. ‘De bv Nederland betekent uiteindelijk het failliet van de democratische rechtsorde.’ Dat geldt ook voor het idee dat ‘de meerderheid beslist’. Die rechtsorde is dus een fragiel iets, dat van verschillende kanten kan worden aangevallen. Dat kan gebeuren met een beroep op efficiency en kostenbesparing, maar ook met een beroep op een bepaalde invulling van democratie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hubris, Tjeenk Willink en het regeren

Het Griekse woord voor overmoed dringt zich op, bij het aanzien van het gespartel in de formatie. Er is een rechtse meerderheid, vindt rechts. De politiek is gepolariseerd, zegt men ook. Maar je moet wel goed kijken en tellen. De 76 zetels van de rechtse combinatie bleken ineens niet genoeg toen Klink zijn brief schreef: 76-3= 73. Maar toen hij uittrad weer wel: 76-2= 76. Of telt men inmiddels 2 SGP zetels mee?

Zoals ik hier eerder schreef (“Kromme tenen, Majesteit”) zullen individuele leden van CDA en VVD andere standpunten hebben, dan de ondersteunende PVV, vooral op principiële terreinen als mensenrechten, internationale betrekkingen en rechtsstaat. Omgekeerd ook: de PVV toont zich sociaal economisch eerder een natuurlijke bondgenoot van de SP, waarmee veel leden van de VVD en het CDA moeite zullen hebben. Maar over welke standpunten hebben we het dan? De Bloem der Natie heeft zich onder leiding van de heer Opstelten gebogen over een regeerakkoord, waar Rutte blij mee is, namens “rechts Nederland”. Maar waar gaat het echt over? Wat te doen met de woningmarkt? Met de arbeidsmarkt? Met de overheidsfinanciën? Met de hervorming van het openbaar bestuur? Met de pensioenen?

Rutte heeft zich veel veroorloofd, jegens de Koningin en zijn politieke collega’s. Beatrix had voor de afrekening maar drie uur nodig, maar Rutte had haar goed begrepen zo bleek bij de uitgang van het paleis. Misschien moet Thomas Ross over dit gesprek eens wat fantaseren en een leuke eenakter schrijven. Maar ook minder actieve partijen verdienen ons hoongelach. De sociaal-democraten, met wie sedert 1925 “alleen in uiterste noodzaak” mag worden geregeerd, begrijpen nog steeds niet hoe de weerzin tegen hen te vermijden. Sterker: die wordt aangemoedigd. De Telegraaf vindt bij een kopieermachine een strategienota van de PvdA over de komende oppositie. Een driedubbel fout:
– polarisatie en een rechtse combinatie ontstaan niet als natuurverschijnsel, maar pas als de twijfelaars bij VVD en CDA zijn geharnast in een strakke fractiediscipline;
– de mogelijke bondgenoten in de oppositie wegzetten als ouderwets (SP) of neoliberaal (D66 en GL) en in een adem de leiding claimen, is domme en arrogante politiek.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Democratie in tijden van Crisis

Deze post is vooral een kapstok voor een discussie. Gisteren presenteerde de Raad van State haar jaarverslag. En dan is het tegenwoordig traditie dat de baas van de Raad van State, in dit geval Tjeenk Willink, uithaalt naar de Staat, Overheid en Politiek. Het klopt niet en het is in gevaar en zo nog wat.
Ook dit jaar weer, nu met nog meer urgentie vanwege de crisis. Ook geeft hij aan dat de overheid door haar marktdenken de burger teveel als klant is gaan zien. En dat bleek dus niet te werken.
Leest u vooral zelf zijn stukje en de verslagen van de persconferentie.

Persoonlijk struikelde ik over deze zin van Tjeenk Willink:
Een goed functionerende markt heeft, wil zij duurzaam zijn, het tegenwicht nodig van een krachtige staat. Een krachtige staat heeft, wil hij democratisch zijn, zelfbewuste burgers nodig en een krachtige burgersamenleving.

Het eerste stuk ondersteun ik wel. Maar lees ik vervolgens, vrij vertaald, dat de burgers nodig zijn om een krachtige staat te maken. Daarbij is de Staat een gegeven en zijn de burgers instrumenten. En in mijn ogen is dat verkeerd om. De burgers zijn een gegeven en de Staat is een instrument. Doordat de Staat zichzelf als gegeven is gaan zien, verliest zij uit het oog dat zij er alleen maar is omdat de burgers vinden dat het een aardige manier is om de wereld om hun heen te ordenen. De Staat gaat daardoor steeds meer redeneren vanuit het zelfbehoud van de Staat i.p.v. de veranderende behoeften van burgers.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Geloofwaardigheid staat

Vreemd was echter dat de vraag of het kabinet liegt, is blijven hangen. Twijfel daarover tast de geloofwaardigheid van de staat aan.

Vice-President van de Raad van State, Tjeenk Willink, vindt dat de kamer moet uitzoeken wie gelogen heeft in verband met Fitna-gate. Kamervoorzitter Verbeet vindt dat dat niet nodig is, aangezien de Kamer de motie van wantrouwen die Wilders aan het einde van het debat tegen het kabinet indiende met een overgrote meerderheid verworpen is: “Daarmee is het voor de Kamer afgerond”.

Afgerond voor de Kamer, misschien wel. Maar niet voor een derde van Nederland, dat gelooft dat Wilders de waarheid sprak, en niet het Kabinet.