Het Pakistaanse leger heeft woensdag een einde gemaakt aan een gijzeling van honderden treinpassagiers door het Baluchistaanse bevrijdingsleger (BLA). Het regeringsleger meldde dat 21 gijzelaars zijn omgekomen. Alle 33 kapers zouden zijn gedood. De treinkaping in het westen van Pakistan overstijgt het regionale belang. De regio Baluchistan grenst aan Iran en Afghanistan waar etnisch verwante mensen wonen. Pakistan beschuldigt India van steun aan het BLA. Het bevrijdingsleger keerde zich eerder tegen activiteiten in het kader van het Chinese Belt and Road Initiative.
De Pakistaanse provincie Baluchistan omvat 44% van het Pakistaanse grondgebied, maar slechts 6-7% van de bevolking. De bewoners zijn etnisch verwant aan inwoners van zuidoost Iran en zuidelijk Afghanistan. Ze hebben een eigen taalkundige, culturele en tribale identiteit, met hun eigen taal, Balochi, die tot de Iraanse taalfamilie behoort. Sinds de onafhankelijkheid van Pakistan in 1947 zijn er conflicten geweest tussen nationalisten en de centrale regering. Toen Bangladesh in 1971 onafhankelijk werd van Pakistan, begon ook de Baluch-bevolking autonomie te eisen, maar zij werden onderdrukt door de toenmalige premier Zulfikar Ali Bhutto. Veel Baloch-nationalisten beweren dat hun regio door nationale overheden wordt gemarginaliseerd, wat leidt tot langdurige grieven over economische achterstand, politieke uitsluiting en militaire repressie. Volgens nieuwsberichten, studentenorganisaties en mensenrechtengroepen treden de veiligheidsdiensten van het land hardhandig op tegen hoogopgeleide Baluch-jongeren, waarbij verdachte militanten soms jarenlang zonder proces zijn ‘verdwenen’. In de afgelopen jaren hebben rebellen diverse aanslagen gepleegd. In november 2024 vielen vele doden en gewonden bij een aanslag op een treinstation in Quetta, de hoofdstad van Baluchistan. Het bevrijdingsleger BLA, dat door Pakistan, China en westerse landen als een terroritische groepering wordt beschouwd, is anders dan andere gewelddadige groepen in de regio geen islamitische, maar een seculiere organisatie. BLA claimt de autonomie van het gebied en keert zich tegen de Pakistaanse veiligheidstroepen, infrastructuurprojecten en buitenlandse investeringen, met name uit China.
Vorig jaar eiste het BLA de verantwoordelijkheid op voor een dodelijke bomaanslag op een konvooi met Chinese staatsburgers in de buurt van de internationale luchthaven in Karachi, de grootste stad van Pakistan. Het bevrijdingsleger heeft herhaaldelijk Chinese arbeiders en ingenieurs die betrokken zijn bij projecten onder de China-Pakistan Economic Corridor als doelwit gekozen. Aanvallen omvatten geweervuur, zelfmoordaanslagen en hinderlagen op konvooien die Chinees personeel vervoerden. China bouwt in Pakistan aan een corridor van de zee naar het binnenland. Zo kan de weg voor de olie-import van China uit het Midden-Oosten drastisch worden bekort. BLA bestrijdt het Chinese project als een vorm van kolonialisme. Ook claimt de afscheidingsbeweging bij de Pakistaanse regering meer profijt van de winning van grondstoffen in de provincie Baluchistan voor de eigen bevolking.
Minder groen dan het lijkt
In het zuid-oosten van Pakistan is onrust ontstaan over de plannen van de regering met de rivier de Indus. Honderden mensen namen begin deze maand deel aan een protest tegen de voorgestelde nieuwe kanalen op de Indus-rivier in Sukkur in de Pakistaanse provincie Sindh. Het protest was onderdeel van de aanhoudende beweging tegen het controversiële Green Pakistan Initiative (GPI)-project. De kanalen moeten zorgen voor de irrigatie van een nieuw grootschalig landbouwproject. Tegenstanders vrezen dat de kanalen water onttrekken aan de rest van het gebied met als gevolg droge periodes met ernstige gevolgen voor de voedselvoorziening. Linkse leiders hebben het project veroordeeld, ze stellen dat het niet alleen tot ontheemding en een aanzienlijke verstoring van het ecologisch evenwicht zal leiden. Ook de relatie tussen Sindh en Punjab, de twee grootste provincies van Pakistan, komt onder druk te staan. Het regionale bestuur van Sindh is in handen van de Pakistan Peoples Party (PPP) die ook deel uitmaakt van de landelijke regering. Ondanks dat verzet de PPP in de Sindh provincie zich tegen de regeringsplannen.