Het huilie-huilie van GeenStijl
OPINIE - Het kon niet uitblijven natuurlijk, na alle borstklopperij over onze normen en waarden krijgt website GeenStijl er van langs: er zijn mensen die genoeg hebben van het objectiveren van vrouwen als verdienmodel. Rosanne Hertzberger schreef een column in NRC en vraagt zich af welke adverteerders het eigenlijk OK vinden dat hun naam gekoppeld wordt aan deze praktijken. Voor de duidelijkheid, GeenStijl is onderdeel van de Telegraaf Media Groep en ze halen via de advertenties op Dumpert en GeenStijl een behoorlijke omzet.
Bij de Volkskrant ontvouwde Loes Reijmer het typische GeenStijl gedrag: een vaag artikel over vrouwen schrijven en een hele serie van seksistische ‘complimentjes’ er overheen door de reaguurders. De reactie was zoals te verwachten: GeenStijl ging er met gestrekt been in en schreef een artikel over Loes met de vraag ‘zou u haar doen?’. De reacties volgden het standaard patroon.
Deze week riep Heleen Mees letterlijk op tot een adverteerdersboycot: ‘bedrijven, stop met adverteren op sites waar vrouwen virtueel verkracht worden’. Ophef compleet.
GeenStijl buiten GeenStijl
Toch missen deze 3 columnisten een groot onderdeel van de beleving GeenStijl. Die speelt zich namelijk grotendeels buiten de website af: als er één of ander vaag en misleidend artikel wordt geplaatst over een organisatie, minderheden of persoon, linken ze graag naar de persoonlijke website of Twitter-account van personen of organisaties. En als dat niet lukt, noemen ze gewoon even een volledige naam.