Registratie octrooien geeft Nederlandse kenniseconomie onterecht hoge positie
De Nederlandse economie zou internationaal hoog scoren op innovatie. Uit het het rapport Octrooitoppers van het Ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie blijkt immers dat Nederland een aandeel van 3,6 % in de totale mondiale geoctrooieerde innovatie heeft. Over de negen topsectoren die door de politiek in een bevoorrechte positie worden gemanoeuvreerd ligt dat percentage zelfs nog iets hoger: 4,2%. In de sectoren voeding en high-tech is Nederland een ware wereldkampioen, daar claimt het respectievelijk 8,8 en 4,2% van alle geoctrooieerde innovatie. In Nederland -met haar hoogopgeleide bevolking- worden dus relatief veel ‘slimme dingen’ bedacht die de mensheid vooruit helpen, zou je uit bovenstaande cijfers kunnen concluderen. Of toch niet?
Neen, deze geoctrooieerde innovatie vindt hoofdzakelijk plaats bij multinationals: DSM, Unilever, Philips. Bedrijven met kantoren en laboratoria over de hele wereld. Dat deze octrooien uiteindelijk aan Nederland worden toegeschreven komt omdat het hoofdkantoor van deze multinationals in Nederland staat, iets wat voor Unilever zelfs nog valt te betwisten. Het economie-blog OnzeEconomie maakte een eenvoudig rekensommetje waar het keek naar de geografische verdeling van het personeel bij Nederlandse multinationals over haar buitenlandse vestigingen en kwam tot de conclusie dat maar een beperkt deel van geoctrooieerde innovatie kan worden toegeschreven aan de Nederlandse kenniseconomie. Veel van de Nederlandse octrooien, mogelijk de helft, zijn ‘ not invented here’.