Zaterdagochtend plaatste dagblad De Limburger onderstaand opiniestuk in een licht ingekorte versie.
“PVV buigt diep voor rol in Limburgse coalitie,” zo omschreef De Limburger het coalitieakkoord van PVV, CDA en VVD. De PVV had immers het verbod op nieuwe moskeeën opgegeven tijdens de onderhandelingen. Ook de Volkskrant zag dat als het grootste nieuws en kopte: “PVV bestuurt in Limburg: Geen verbod op moskeeën.’
Wie denkt dat hier van een concessie sprake is, begrijpt niets van de opkomst van de PVV in Limburg.
Ondertussen rolt het ene na het andere boek over populisme van de persen. Telkens klinkt hetzelfde refrein: het populisme teert op rancune. Dat refrein klonk ook na de overwinning in Limburg. Zo noemde NRC-journaliste Marcia Luyten de provincie, tevens haar geboortegrond, “een vat vol rancune”. De Limburger startte een serie onder de titel: “Het onbehagen van Limburg.”
Er is inderdaad sprake van onbehagen, maar dan vooral bij de gevestigde orde die zich geen raad weet met het populisme. Ironisch genoeg is juist dàt onbehagen – en het dedain à la Luyten waarin het zich uit – voor veel kiezers een bevestiging dat de PVV inderdaad iets nieuws te bieden heeft. Natuurlijk is het kleinerend voor de PVV aanhang om steeds te moeten horen dat ze uit rancune stemmen. Toch kun je daar ook een zeker genoegen in scheppen. Als iemand de moeite neemt om je te kleineren, dan doe je er toe. Dan boezem je angst in.