Een jaar undercover bij alt-right
Een jaar undercover bij alt-right.
HT Lethe
Waarom beslist de toevallige plek waar we geboren zijn zo definitief waar we recht op hebben? Een nieuw boek over het koloniale verleden van het westen en de hedendaagse consequenties daarvan. Achille Mbembe (1957) is een politiek filosoof uit Kameroen. Hij is opgeleid aan de Sorbonne en nu als docent geschiedenis en filosofie werkzaam in Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. Zijn boek Kritiek van de zwarte rede is een bijdrage aan het debat over racisme, slavernij en het koloniale verleden van westerse landen. Mbembe plaatst zichzelf in de traditie van Frantz Fanon, wiens Verworpenen der aarde in de jaren zestig en zeventig populair was in de Derde Wereldbeweging. Mbembes boek werd twee jaar geleden wisselend ontvangen. Hij schreef 'een pijnlijk precieze deconstructie van het rassenbesef' volgens Peter Vermaas in de NRC. Carel Peeters in VN geloofde niet in zijn oproep tot verzoening: 'hij stort bakken onverzoenlijk verwijt uit over Europa'. Een politiek van vijandschap is het nieuwste boek van Mbembe. Nu verbindt hij het oorspronkelijke geweld van de koloniale machten aan actuele conflicten in de westerse samenleving, het terrorisme en de migratiecrisis.
Een jaar undercover bij alt-right.
HT Lethe
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
COLUMN - We trappen de week af met een gastbijdrage: een column van Liza Leistra.
Op een verjaardag van mijn vader, kort na de eeuwwisseling, waren wat vrienden aanwezig die net als hijzelf Nederland nog volkomen wit hebben gekend. De generatie 1920 en daar omtrent. Mensen die tijdens een sporadisch bezoek aan Amsterdam niet konden wennen aan zoveel zwart om hen heen. Het waren geen racisten, maar toch ontsproten bij tijd en wijle de meest vreemde gedachten en uitlatingen aan hun brein.
Mijn vader was een belezen mens, doctorandus sociale geografie, bereisd en verre van bekrompen. Toch maakte hij zich druk over de houdbaarheid van lange blonde Friezinnen, het type vrouw dat hij het liefste zag. Hij gruwde van het idee, dat de Nederlandse bevolking ooit wellicht volledig mokkakleurig zou worden. Een kleur die hij overigens zelf behoorlijk benaderde, omdat hij zoveel in de tuin werkte.
Als jongeman, toen zijn haar nog zwart was, werd hij vaak aangezien voor Zuid-Europees, wat hij zelf verklaarde als de invloed van de Spaanse overheersing. Hij trouwde ooit met zo’n Friezin en maakte er van mij daarom ook een. Van mij mocht zijn toekomstangst direct gerealiseerd worden, want net als mijn moeder viel ik ook op donkerkleurig schoon.
400 jaar kolonialisme heeft sporen nagelaten in onze huidige samenleving. Toch blijven veel Nederlanders ontkennen. Hoe komen we verder? In de lezingenserie ‘Duister verleden’ een bijdrage van cultureel antropoloog prof. dr. Gloria Wekker.
Een zwarte mannelijke universiteitshoogleraar verzorgt met zijn witte mannelijke assistent onderzoeker in opleiding een cursus. In het evaluatieverslag worden de rollen omgedraaid: veel studenten nemen aan dat de witte wetenschapper de universiteitshoogleraar is. Het is een van de voorbeelden die volgens cultureel antropoloog prof. dr. Gloria Wekker (UU) laat zien dat ras nog steeds een belangrijke basis van ongelijkheid is. De oorzaken daarvan moeten we zoeken in 400 jaar imperialisme en kolonialisme.
“Ras bestaat niet, maar racisme wel.” Het is de wrange erfenis van ons koloniaal verleden. Een raciale fictie, in het leven geroepen om een Westers imperialistisch systeem van ongelijkheid te legitimeren dat 400 jaar lang bestond. Maar wie tegenwoordig naar de Nederlandse samenleving kijkt, moet toegeven dat racisme nog steeds aan de orde van de dag is. Hoewel het kolonialisme formeel voorbij is, leeft de onderliggende logica dus nog steeds voort. Hoe kan dit? Volgens Gloria Wekker heeft Nederland in al die jaren een cultureel archief opgebouwd: een verzameling historisch bepaalde ideeën, houdingen en gevoelens tegenover mensen van kleur. Geen fysiek archief dus, maar een die tussen onze oren zit, en waar we nog steeds uit putten als we het over etnische minderheden hebben.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
Joshua Livestro, rechts oppergoeroe, is het zat:
hou op met het verspreiden van paranoïde samenzweringsverhalen, extreme ondergangsfantasieën en idiote racistische theorieën. De rechtse tent is breed, maar wie zich niet aan die basiseis kan houden, hoort er niet in thuis.
Elitair Rechts lijkt nu toch eens een keer de lijn te trekken. Een toch wel opmerkelijk verhaal in de Volkskrant.
Er is een boek verschenen van een zwarte mevrouw die witte mensen trolt met hun white privilege. Mensen winden zich daarover op. Ze vinden het hypocriet dat ze collectief op hun huidskleur worden aangesproken door iemand die daarmee het punt wil maken dat het niet leuk is om op je huidskleur aangesproken te worden. Een enkele witneus proeft alvast het woord ‘racisme’ op de tong met het oogmerk zichzelf tot benadeelde partij te benoemen.
Maar waarom zou hypocrisie een white privilege moeten wezen? Zwarte mensen hebben ook recht op hypocrisie. En op racisme, als we dan toch de minder fraaie menselijke eigenschappen aan het redistribueren zijn. Mensen zullen altijd wel manieren vinden om elkaar in hokjes in te delen en vervolgens uit te leggen waarom hun eigen hokje meer deugt dan het andere. De aard van het hokje is het teken des tijds.
COLUMN - Mensen uitschelden voor jood of homo. Of omdát ze jood of homo zijn. Moslims discrimineren. Dwangarbeid:
De StemWijzer vertelt ons wat normaal is in dit land.
Screenshotje van stelling 22 van de StemWijzer:
StemWijzer: Wil je dat ik de deur open laat?
OndernemersPartij: Nee, ik wil hem zo snel mogelijk dicht.
StemWijzer: Oh, je weet dus niet wat je wilt.
OndernemersPartij: Nee man! Dicht! Ik wil hem dicht!
StemWijzer: Je bent het dus niet eens, en niet oneens. Ik doe wel op een kiertje ok?
OndernemersPartij: Focking hel! Idioot! Het vriest! DOE DICHT!
StemWijzer: Jaja, rustig maar, ‘geen van beide’ dus. Als het je toch niet uitmaakt laat ik hem wel open.
Een halfbevroren zwaargewonde man wordt van de snelweg gehaald door de politie. Men vraagt de goedgeklede maar besmeurde O.P. hoe hij daar terecht komt. Waar is zijn auto?
O. vertelt in shock hoe hij met S.W. op weg was naar een wedstrijd met andere “partijen”, toen S. plotseling midden op de snelweg stopte.
“Hoe wil je verder reizen?” riep S.: “Met de auto of de motor?”
“Nou, met de auto graag”, had O gezegd. “Doe normaal, we zitten toch in een auto? Met de auto dus! Welke motor? Er is geen motor, auto, auto!”
“Okay, ik hoor je mattie, geen van beiden dus!”
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
RECENSIE - Opstootjes? Bedreiging van een Kamerlid? Het kon het kabinet en de Tweede Kamer niet veel schelen. Eigenlijk vonden ze het wel prima dat gewelddadige krakers de vergaderingen van de Centrumdemocraten verstoorden.
Partijleider Hans Janmaat probeerde verschillende malen de aandacht te vestigen op het feit dat de democratische rechten van zijn partij in het geding waren, maar kreeg keer op keer nauwelijks bijval.
Na de bestorming van een partijvergadering in hotel Krasnapolsky in 1982 vroeg hij minister Rietkerk van Binnenlandse Zaken wat de regering daarvan vond. Rietkerk kwam niet verder dan dat Janmaat maar naar de rechter moest stappen.
Toen het twee jaar later nog meer uit de hand liep in het Brabantse Boekel, waren Kamerleden bereid om geweld te veroordelen maar vonden ze het toch vooral een geval van ‘eigen schild dikke bult’. Kamerlid Fred van der Spek van de PSP (de eerste P stond voor ‘pacifistisch’) liet weten dat er in Boekel “ernstige dingen” waren gebeurd, maar: “de ergste daarvan is naar mijn mening dat er een congres is gehouden van de Centrumpartij. Ruimer gesteld: dat er zo’n partij bestaat.” Het geweld was met andere woorden te billijken.
De houding van de politiek zal de krakers zeker gesteund hebben in hun ‘strijd’ tegen de CD. Weer twee jaar later vielen er bijna doden toen krakers uit Amsterdam een partijbijeenkomst in Kedichem overvielen. Dit keer hadden ze een brandbom bij zich. Het hotel ging in vlammen op; partijleden sloegen in paniek op de vlucht en Wil Schuurman, de partner van Janmaat, moest met zware verwondingen worden afgevoerd. Janmaat, inmiddels wijs geworden, heeft er geen debat over aangevraagd. Hij had genoeg krokodillentranen gezien.
RECENSIE - Een vriendenboek voor Mohamed Rabbae, belangenbehartiger van minderheden en antiracist .
Twee jaar geleden werd Mohamed Rabbae (1941) getroffen door een zware hersenbloeding die hem in één klap het lopen, lezen, schrijven en herinneren onmogelijk maakte. Eerder dat jaar had hij nog opgeroepen om een aanklacht in te dienen tegen Wilders vanwege de uitspraken waarvoor de PVV-leider onlangs is veroordeeld. Rabbae’s vrienden namen het initiatief voor een boek over zijn jarenlange strijd voor de belangen van minderheden en, in de afgelopen jaren, tegen het groeiende racisme. Het biedt naast herinneringen van zijn politieke vrienden interviews met mensen die met hem hebben samengewerkt en enkele teksten van zijn redevoeringen.
Rabbae’s activisme dateert uit zijn tijd als student op de universiteit van Rabat in de jaren zestig tijdens het autoritaire bewind van koning Hassan II. Hij kwam in 1966 naar Nederland om de militaire dienst te ontlopen en ging na een aantal losse baantjes economie studeren aan de UvA. Rabbae zou, zoals vele van zijn gevluchte landgenoten, nog vaak te maken krijgen met de ‘lange arm’ van het Marokkaanse regime, de Amicales.
Van de belangenbehartiging naar de politiek
Een groot deel van het werk van Rabbae was gewijd de belangenstrijd van migranten, gastarbeiders, allochtonen. Hij speelde eind jaren zeventig een belangrijke rol bij de acties voor verblijfsvergunningen van 182 Marokkanen die in een Amsterdamse kerk in hongerstaking waren gegaan tegen een dreigende uitzetting. In 1983 werd hij directeur van het Nederlands Centrum voor Buitenlanders en vanuit die functie kwam hij in de politiek terecht. Ina Brouwer zocht hem in 1993 aan als duo-lijsttrekker voor GroenLinks. Dat werd geen succes. De partij verloor bij de verkiezingen en Brouwer vertrok. Rabbae bleef Kamerlid tot 2002 onder Paul Rosenmöller. Mohamed heeft in deze periode veel vrienden gemaakt, blijkt uit dit boek. We komen naast Ina Brouwer en Anja Meulenbelt namen tegen als Bas de Gaay Fortman, Thom de Graaf, Tineke Lodders, Hans Dijkstal, Ed van Thijn en Hedy d’Ancona, oud-politici die zich net als Rabbae lieten zien bij manifestaties tegen het racisme en voor een positieve benadering van de multicultufrele samenleving. Met GroenLinks is het na zijn vertrek uit de politiek eigenlijk nooit meer goed gekomen.
Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
COLUMN - “Ik vind het dom volk ook. Wat hebben die mensen nou voor cultuur?” Ik was eens een lokale wijkvereniging binnengelopen, om te kijken of het schaken wat voor mij zou zijn. Ik speel wel achter de computer, maar om nu te zeggen dat ik sprongen vooruit maak, nee.
Na de wedstrijd werd er nog een drankje gedaan aan de bar. Al snel ging het gesprek over Sylvana, Zwarte Piet, Surinamers en Antillianen. Daar moest mijn gesprekspartner namelijk niets van hebben. Hij debiteerde het ene racistische cliché na de andere, op een toon alsof ‘ie het over zijn voorkeuren en weerzin jegens bepaalde formule-1 teams had.
“Kijk nou naar Afrika, dat is toch drie keer niks? De Chinezen, die hebben de grote muur, en de Arabieren de piramiden, maar wat hebben die Afrikanen nou helemaal gepresteerd?”
Ik mompelde nog wat over de grote bibliotheek van Timboektoe. Dat Egypte ook in Afrika lag en de Farao’s geen Arabieren waren en er ook Nubische farao’s zijn geweest, liet ik maar wijselijk achterwege. Ik weet er het fijne ook niet van, en het was me wel duidelijk dat het op dove oren zou vallen.