Midden jaren negentig werkte ik, naast mijn schoolopleiding, een paar avonden per week bij ‘de PTT’. Een perfect bijbaantje. Veel verdienen, veel pauzes en gezellige collegae. Hoe eerder de post de deur uit was, hoe vroeger je naar huis kon. Op de tweede verdieping sorteerden honderd huisvrouwtjes gezellig kettingrokend ‘de handpost’. O wee, als je daar moest zijn! Door de ondoordringbare rookgordijnen konden de dames altijd ongestoord hun gang gaan. Gespannen leverde ik daar dagelijks mijn poststukje af en keerde ik met betraande oogjes weer terug op mijn werkplek. Nostalgie! En wat lijkt het lang geleden. Paffende dames, handsortering, PTT, het is allemaal al lang verboden, voorbij of veranderd.
Megalomaan sorteercentrum
Nadat ik vertokken was, ging het snel bergafwaarts met de PTT. Ze begonnen met een naamsverandering; het spreekwoordelijke begin van het einde van ieder bedrijf. Daarna volgde de verzelfstandiging in 1998, het centraliseren van de sorteercentra en het rookverbod. In mijn studententijd hielp ik in de drukke kerstperiode nog eenmaal op het ongezellige, lelijke en megalomane sorteercentrum te Nieuwegein. Het compacte sorteercentrum hartje Utrecht was opgeheven. Weg gezelligheid. Niemand mocht meer eerder naar huis. Geen lange pauzes meer en misschien nog wel het ergste van alles: geen ondoordringbare rookgordijnen. Nee, in plaats daarvan was alles zakelijk en zichtbaar, en daar werd ik op zijn zachtst gezegd niet vrolijk van. Die kerstperiode betekende dan ook het einde van mijn ‘postcarrière’.