De grootste bedriegerij in de onderwijsgeschiedenis?
In het onderwijs, maar ook bij het ministerie van OCW, wordt teveel waarde gehecht aan prestaties op de basisvaardigheden taal en rekenen. Sterker nog, over een aantal jaren zou wel eens kunnen blijken dat deze eenzijdige nadruk op (steeds grotere) cognitieve prestaties de grootste oplichterij uit de geschiedenis van het onderwijs is geweest volgens Hartger Wassink, onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht.
Het is Tour de France-tijd, en bijna als vanzelfsprekend zijn de vermeende dopingpraktijken van record-Tourwinnaar Lance Armstrong in het nieuws. Ik schreef al eens eerder over hoe we hiervan kunnen leren voor het onderwijs. Greg Lemond, de eerste Amerikaanse Tourwinnaar, omschreef Armstrong, mocht hij schuldig bevonden worden, als ‘the biggest fraud in sports history’.
Laat ik eens een boude uitspraak doen. Ik denk wel eens dat opbrengstgericht werken over een tijdje ‘the biggest fraud in educational history’ zou kunnen zijn. Ho, wacht, voor u nu al geïrriteerd afhaakt: ik zal dit onderbouwen.
Onder ‘opbrengstgericht werken’ versta ik een manier van werken in de school die de nadruk legt op het behalen van (steeds hogere) cognitieve prestaties, vooral op taal en rekenen. Dat uit zich in het basisonderwijs in een toetscircus dat in de wereld z’n weerga niet kent. In het Voortgezet Onderwijs in (onder andere) een maniakale aandacht voor het verschil tussen schoolexamen) en het centraal examen. In het MBO en HBO door het schrappen van vakgericht onderwijs om leerlingen te trainen voor de verplichte taal- en rekentoetsen. Het WO blijft er nog enigszins van verschoond, maar op de wetenschap kom ik zo terug.