Is Balkenende nou helemaal belatafeld?
Dit is de tweede gastbijdrage van Hoite Vellema, oud-student Internationale Betrekkingen aan de UvA.
De afgelopen tijd had ik goede hoop dat er eindelijk een parlementair onderzoek zou komen naar de handel en wandel van het kabinet ten tijde van het uitbreken van de tweede Irakoorlog. Velen met mij voelden in 2003 al nattigheid, die sinds de vragen van de Eerste Kamer aan het kabinet is getransformeerd tot een zee van onduidelijkheid en onbehagen. De Eerste Kamer kreeg geen antwoorden, maar een plichtmatige herhaling van nietszeggende platitudes. Zonder eerlijke antwoorden wist de oplettende burger overigens toch al wel dat we door de toenmalige regering een onwettige oorlog met een gefabriceerde casus belli ingerommeld zijn.
Vervolgens stapelen de aanwijzingen voor rare fratsen zich op. Er duikt een memorandum van de Directie Juridische Zaken (DJZ) op, waarin haar juristen concluderen dat een deugdelijke volkenrechtelijke basis ontbreekt. Het leger blijkt zich al voorbereid te hebben op oorlogsdeelname.
De voormalige onderminister van BuZa van de Verenigde Staten koppelt de benoeming van Jaap de Hoop Scheffer aan de steun voor oorlog. En de Tweede Kamer stelt nieuwe vragen aan het kabinet. Aan die vragen kleefde de voor de premier duidelijk voelbare dreiging van een parlementaire enquête. Gelukkig zouden er morgen dan eindelijk antwoorden komen.