Haal die pensioenleeftijd toch uit de politiek
Op Sargasso is volop ruimte voor gastbijdragen. Hieronder een nieuwe bijdrage van Paul Teule.
De verhoging van de AOW-leeftijd is een van die gehypete breekpunten die de formatie na 9 juni nog zal, tja, opbreken. Het zal partijen als PVV en SP in ieder geval hun regeringsdeelname gaan kosten. En de verhoging die uit de coalitieonderhandelingen komt zal geen elegant systeem zijn, maar een schoksgewijs, arbitrair of uitgehold plan. Iets van: naar 66 in 2018 en daarna in 12 jaarlijkse stapjes naar 67, met een uitzondering voor ambachtslieden, militairen en docenten duits.
Maar de vergrijzing stopt niet na 9 juni. Nu zijn er voor elke AOW’er 4 werkenden en dat worden er de komende dertig jaar 3. Europabreed zal de verhouding werkenden niet-werkenden van 1 op 4 naar 1 op 2 gaan in 2050. Het wachten is dus op de volgende verhoging, met bekende stellingenoorlogen in Nederland en rest van Europa.
Uit een uitgelekt rapport blijkt dat de Europese Commissie het liefst de volgende vuistregel zou willen invoeren: een Europeaan zou niet meer dan een derde van zijn volwassen leeftijd (staats)pensioen moeten trekken. Zo voorkomen we een ‘pijnlijke combinatie van kleinere uitkeringen en hogere bijdragen’. In 2060 worden Europeanen gemiddeld zeven jaar ouder dan nu, dus moet de pensioenleeftijd dan tweederde van zeven jaar = 4,6 jaar hoger liggen. Een elegant voorstel zou dan kunnen zijn: de AOW leeftijd vanaf 2015 elk jaar één maand omhoog, of elke twaalf jaar één jaar.