Bij deze gaat Ingo Piepers over van gastredacteur naar associated blogger. Zijn regelmatige bijdragen verdienen een vaste plek.
Update for those who can’t read Dutch: The English version of this article follows after the Dutch version.
President Obama krijgt niet veel tijd om een antwoord te formuleren op Iran’s nucleaire ambities. Iran wordt gezien als een clear and present danger, en tot op heden hebben diplomatieke initiatieven en sancties niet het gewenste effect gehad. In Washington worden ook militaire opties, zoals een air strike op nucleaire faciliteiten, onderzocht.
Een belangrijke vraag is of President Obama in staat zal zijn een effectieve aanpak te formuleren op de ongewenste nucleaire ambities van Iran, zonder daarbij in een aantal moeilijk te vermijden valkuilen te stappen. Mocht dat niet lukken, dan zal hij al in een vroeg stadium van zijn presidentschap internationale goodwill verliezen, hetgeen zijn positie om een aantal andere internationale kwesties aan te pakken, ernstig zal aantasten.
Aan een militaire aanval kleven een reeks van complicaties en risico’s.
De kans dat door middel van een luchtaanval alle nucleaire installaties worden geneutraliseerd is uitermate klein, bovendien zal het slechts een kwestie van tijd zijn alvorens Iran haar nucleaire programma herstart.
Een aanval op Iran zal een aantal verstrekkende gevolgen hebben. Iran neemt namelijk in verschillende conflicten een sleutelpositie in. Voor de oplossing van die conflicten én ter voorkoming van verdere escalatie ervan, is de medewerking – en zeker niet de tegenwerking – van Iran nodig. Iran speelt een rol in de stabilisering van Irak en dus ook in de Amerikaanse terugtocht waarmee President Obama snel wil starten, Iran kan verder een wezenlijke rol spelen bij de aanpak van de Taliban in Afghanistan. Bovendien is Iran ‘eenvoudig’ in staat om de olietransporten door de Straat van Hormuz te blokkeren. Tot slot, ook niet onbelangrijk, in geval van een aanval op Iran zullen terroristische activiteiten wereldwijd worden gestimuleerd. Kort gezegd: een militaire aanval is geen optie.
Maar wat is dan wel een potentieel effectieve aanpak, uitgaande van de veronderstelling dat Iran een bedreiging vormt voor de internationale vrede en veiligheid?
De oplossing van dit Iran-probleem – maar ook van soortgelijke kwesties rondom nucleaire proliferatie die in de toekomst ongetwijfeld nog zullen ontstaan – moet in een bredere context worden gezocht.; de nucleaire activiteiten van Iran (en andere landen) moeten worden beteugeld en gecontroleerd door een nieuw non-proliferatie regime te introduceren.
Het (huidige) Non-proliferatieverdrag (NPV) is namelijk zelf onderdeel van het proliferatieprobleem geworden. Door de regels van het spel te wijzigen, verandert de dynamiek van het systeem.
Het nieuwe non-proliferatie regime moet aan een aantal criteria voldoen.
Ten eerste mag het nieuwe regime niet discrimineren. Het huidige NPV is een ‘afspiegeling’ van een achterhaalde internationale ordening, waardoor het verdrag aan legitimiteit heeft ingeboet. Waarom Frankrijk wel, en Japan en Iran niet? Bovendien is het verdrag ‘uitgehold’ door de feitelijke verspreiding van kernwapens, die in de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden. En doordat geautoriseerde staten hebben nagelaten hun verdragsverplichtingen daadwerkelijk na te komen: nucleaire ontwapening.