FemEnisme
COLUMN - Immigratie en feminisme. Die twee zijn voor mij verbonden. Vrouwen hebben zich in West Europa de afgelopen eeuw met veel moeite weten te emanciperen. Stemrecht voor vrouwen is er in NL pas sinds 1919 (in Frankrijk sinds 1944!). Tot de jaren dinges mochten getrouwde vrouwen hun bankzaken niet zelfstandig regelen omdat zij wettelijk als handelingsonbekwaam gebrandmerkt waren.
We zijn er nog niet, maar veel is bereikt. Dat restje ongelijkheid kunnen we wel aan. We zijn immers geen minderheid maar een meerderheid. Een zachtaardige, niet op macht beluste meerderheid weliswaar, die zorgzaamheid hoger in het vaandel heeft dan gewin. Het evenwicht is echter precair. Te vaak moet de verdeling der (onbetaalde) zorgtaken nog aan de keukentafel beslecht worden. Te vaak worden vrouwen die graag voltijds buitenshuis werken nog teruggeworpen naar het aanrecht vanwege de kosten van kinderopvang. Te vaak zitten atavistische patronen nog tussen droom en daad.
Maar we zijn er bijna. Ik heb er vrede mee. Als dochter van een man, moeder van 2 zonen en wederhelft van een echtgenoot heb ik begrip voor de mannelijke kant van de zaak. Als vrouw behept met een relatief hoog testosterongehalte kan ik enkel raden wat een tienvoud ervan in je geest en lijf doet. Ik ben dan ook een begripvolle feministe. Voor beide kanten. Van mij moeten moeders niet gedwongen worden te werken, en zeker niet in deze tijd van vergaande mechanisatie. Werk wordt toch in rap tempo een privilege; je zou wel gek zijn labbekakken en verzorgende types te dwingen de schaarse arbeidsplekken te bezetten, die toekomen aan de ambitieuze exemplaren. De betaling van werk zoals wij die kennen is in mijn ogen een door een achterhaalde mannenmaatschappij opgezet en in stand gehouden systeem. Economie draait evengoed op de gratis olie van moeders, dochters en echtgenoten, met hun vrijwillige verzorgingsdrang. Ruim baan en respect voor die vrouwen dus! Ze zijn een zegen voor de maatschappij.