Geen bal op tv | Hoop in bange dagen
COLUMN - Ooit las ik een stukje van Arnon Grunberg over iemand die had geschreven dat het de hoop was die joden de gaskamers in had gedreven. ‘Hoop sterft het laatst’, luidt een bekend aforisme.
Hoop is een klein stukje wrakhout in een oceaan van vertwijfeling. Ik merkte het zelf in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen: ik klampte me vast aan elk nieuwsbericht, elke peiling, elke duiding die mij vertelde dat Donald Trump onmogelijk kon winnen. Tegelijkertijd zag ik wel dat het wrakhout verdomde klein was. Nieuwsberichten, peilingen en duidingen die het wrakhout uit mijn handen probeerden te rukken door me te vertellen dat Trump wel degelijk op winst lag, zorgden ervoor dat ik mij steviger vastklampte aan elk berichtje dat het tegendeel beweerde.
Volgens Rob Wijnberg in een veel gedeeld stuk voor De Correspondent, heeft de journalistiek gefaald in de aanloop naar de verkiezing van Trump. Dankzij de vluchtige aard van het nieuws zou de journalistiek de politieke aardverschuiving hebben gemist. Zoals ze eerder al de financiële crisis en daarvoor de opkomst van Pim Fortuyn hadden gemist. Doordat journalisten met een 24-uursbril kijken, letten ze niet op de grotere ontwikkelingen, die onder de nieuwsberichten borrelen.