Hulspas weet het | Een simpele verdwijning

Iedere inlichtingendienst heeft zijn eigen stijl om mensen uit de weg te ruimen. De Chinezen laten niks merken maar wachten tot hun slachtoffer China bezoekt en laten hem dan patsboem verdwijnen. De Noord-Koreanen sturen moordenaars op pad maar letten erop zo min mogelijk sporen achter te laten. Net zoals vroeger, toen er, zoals na de moord op Trotsky, werkelijk jaren speurwerk nodig waren voordat het ernstige vermoeden dat Stalin erachter zat ook echt bevestigd kon worden. De GROE komt ook bij u op bezoek maar laat daarbij zó veel sporen achter dat binnen korte tijd alle namen van agenten op straat liggen. Het kan ze gewoon geen moer schelen of ze gesnapt worden of niet, zolang de meerderheid van de Russen maar gelooft dat al die onthullingen westerse verzinsels zijn. En verraders zoals Skripal (de omschrijving komt van Poetin) maar gewaarschuwd zijn.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Snouck Hurgronje

RECENSIE - Wie in Leiden over het Rapenburg naar het Academiegebouw wandelt, passeert op nummer 61 het huis waar Christiaan Snouck Hurgronje heeft gewoond. Afgezien van de in steen gebeitelde naam herinnert er weinig aan de geleerde, die leefde van 1857 tot 1936 en tot op de dag van vandaag ietwat omstreden is. Snouck was namelijk de islamoloog die de strategie ontwierp waarmee generaal Van Heutsz tussen 1898 en 1903 de bevolking van Atjeh onderwierp. Niet iedereen kan, om het zacht uit te drukken, waardering opbrengen voor de architect van een koloniale oorlog.

Er is echter meer. Snouck Hurgronje had zich in 1885, minimaal in naam, bekeerd tot de islam en had enige tijd in Mekka en gewoond en gestudeerd. Voor menig moslim gold hij als vertrouwenspersoon, ja als leraar. Tegelijk schreef hij rapporten voor de Nederlands-Indische autoriteiten, waarin hij doorgaf wat hem was verteld. Was het, zoals Snouck Hurgronjes biograaf Philip Dröge in zijn onlangs verschenen boek Pelgrim opmerkt, wel eerlijk van de Nederlandse geleerde om de mensen die hem bewonderden, zó te belazeren? Was hij niet in feite gewoon een spion?

Dröge beantwoordt de vraag door de rol van Snouck Hurgronje te contextualiseren. De Leidse wetenschapper staat in de traditie van de participerende observatie, zoals die eind negentiende eeuw populair was onder cultureel antropologen. Hierbij probeerde de onderzoeker als het ware één te worden met het onderzochte volk. Snouck Hurgronje

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

De Kroonboekenclub | Het Mekkaansche feest

COLUMN - Of de beroemde geleerde Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) wel een ware erflater van de Nederlandse beschaving mag heten, dat kun je je afvragen. Snouck bestudeerde de islam namelijk niet alleen maar om er hysterisch over te gillen, maar om hem te begrijpen, om er zo diep mogelijk in door te dringen en op zeker moment liet hij zich zelfs besnijden en bekeerde hij zich tot dat geloof. Desalniettemin werd hij benoemd tot professor en zelfs rector magnificus in Leiden. (Laat de PVV, de VNL en het Forum voor Democratie maar niet horen! De islamisering van Nederland is al veel eerder ingezet dan wij zouden willen!)

Beroemd werd Snouck vooral door zijn prachtige boek Mekka. Hierin bracht hij verslag uit van zijn bezoek aan Mekka en zijn pogingen om deel te mogen nemen aan de Hadj. Dat boek is voor zover ik kan nagaan helaas alleen in Engelse vertaling in de handel, en wat nog erger is: ook niet gratis te verkrijgen. Wel heeft de Kroonboekenclub, waarin we iedere week een gratis boek bespreken, deze week Snoucks proefschrift Het Mekkaansche feest  (1880) in de aanbieding. 

Een versleten kleed

snou004mekk01_01_tpgIn dat proefschrift gaat Snouck vooral na wat de pre-islamitische oorsprongen van de Hadj zou kunnen zijn. Daarover is bijzonder weinig bekend – of zo was het in ieder geval in Snoucks tijd, ik kan niet beoordelen hoe het nu zit. Zoals ik ook niet zou durven proberen in te schatten hoe achterhaald Snoucks werk inmiddels is. Maar in ieder geval probeert hij met ijzeren geduld en door zo logisch mogelijk na te denken over ieder bouwsteentje in het feest iets te achterhalen van wat voor geloof en wat voor tradities de Arabieren gehad moeten hebben voordat Mohammed langs kwam en alles op zijn kop zette.

Foto: Fraz Ismat (cc)

Mekka: het stinkende hart van de islam

RECENSIE - Aan het eind van zijn boek Mecca. The Sacred City, gaat Ziauddin Sardar wérkelijk los. Na ruim driehonderd pagina’s geschiedenis van Mekka, een verhaal vol oorlog, bloedvergieten, machtsstrijd en op gezette tijden een restauratie van de Grote Moskee, komt Sardar bij het huidige bewind, en spuwt hij zijn gal.

De geschiedenis van Mekka is heel interessant, maar ook wat eentonig. Mekka lag nu eenmaal altijd in het hart van de islamitische wereld, maar ook ver verwijderd van de wereldgeschiedenis. De strijd was altijd lokaal. Totdat de clan van de Saoedi’s aan de macht komt. Dan zijn we beland rond pagina driehonderd.

De Saoedi’s, afkomstig uit Centraal-Arabië, zijn aanhangers van de extreme sekte der wahhabieten. De Mekkanen wisten die fanatiekelingen een eeuw lang buiten de deur te houden, maar in 1924 was er geen houden meer aan. De eerste Saoedische heerser, Abdoel Aziz, veroverde de stad en zorgde ervoor dat in Mekka alleen nog maar de wahhabitische versie van de islam te horen was. De stad die toch al niet bekend stond als een intellectueel centrum, werd daarna in rap tempo nóg conservatiever en achterlijker.

Sardar betreurt het, maar het is in zijn ogen niet eens het ergste. In 1938 werd er olie ontdekt onder het Saoedische zand. De achterdochtige, bekrompen, arme Saoedi’s veranderden in achterdochtige, bekrompen miljardairs. En ze stortten een groot deel van hun geld in Mekkaanse bouwputten.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.