Als zelfs de wetenschap niet in wetenschap gelooft

Recent nam een universitair docent aan de UvA ontslag wegens het coronabeleid van de universiteit. Ginny Mooy betoogt dat hij niet voor niets grote woorden en daden gebruikt. “Nogal melodramatisch,” noemt een kennis – werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam – de recent verschenen publieke ontslagbrief van universitair docent Matt Cornell. De ontslagbrief werd gepubliceerd in Folia en kreeg veel aandacht in de landelijke kranten. Cornell nam ontslag uit protest tegen de volledige heropening van de universiteit, waarbij geen adequate voorzorgsmaatregelen tegen verspreiding worden genomen. Dat mijn kennis dit ‘melodramatisch’ noemt, vind ik geen verrassende reactie. Want het is nogal opzienbarend voor Nederland, dat iemand consequenties verbindt aan zijn ongenoegen over politieke beslissingen. Wij zeuren en klagen wel graag, en ook al heeft meer dan de helft van ons geen vertrouwen meer in het overheidsbeleid; als de overheid zegt dat die mondkap af kan, dan doen we dat. No questions asked. Daar mor je misschien wat over, zet een boos bericht op social media, je bent even flink verontwaardigd, maar dat is het dan wel. Cornell niet, die maakte een fors statement met zijn ontslag. En dat valt moeilijk. “De GGD en het Outbreak Management Team, nota bene de experts die de regering adviseren, hebben geadviseerd om het hoger onderwijs voorlopig nog niet te heropenen. Door dat te negeren volgt de universiteit de lijn-Rutte, en niet het advies van Nederlandse of internationale experts op het gebied van volksgezondheid. De UvA wordt hierdoor medeplichtig aan de schandalige manier waarop dit kabinet deze crisis heeft aangepakt.” MATT CORNELL, DOCENT AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM IN AT5.NL De toon maakt de muziek Cornell kreeg veel kritiek te verduren op zijn statement. Kritiek die vooral over de toon en de ‘grote woorden’ gaat, zoals meestal het geval is als het moeilijk wordt. En zoals gewoonlijk blijft de inhoud van Cornell’s statement grotendeels onbesproken. Hij is een “matennaaier”, “extreem doorgeslagen”, een “fulltime cry baby”, niet bijster slim en bovendien heeft hij het lef om het Nederlands beleid eugenetisch te noemen1. Nou, dan ben je gewoon af. Logisch. Cornell mag niet meer meedoen, zich lekker thuis in isolatie een potje gaan zitten aanstellen. Dan klagen wij nog even door over het overheidsbeleid. Wij mogen dat namelijk wel, met de vinger wijzen als er via de hogescholen en universiteiten een nieuwe golf op gang komt. Komt door de overheid, dat vinden we dan wel, maar we gebruiken er beter geen ‘grote woorden’ voor. Het klopt overigens ergens wel trouwens, dat het door de overheid komt. De overheid zet immers het beleid uit. Maar dat iets mag, wil niet zeggen dat je het ook moet doen. Dat geldt misschien wel in het bijzonder voor de universiteiten. En daar gaat Cornell’s protest over. En dat Cornell grote woorden en daden gebruikt, is niet voor niets. Gedrag heeft consequenties. Dat leken zich niet altijd bewust zijn van die consequenties of simpelweg geen macht of overzicht hebben, is begrijpelijk. Maar bij universiteiten zouden ze toch moeten weten welke consequenties er vastzitten aan hun handelen. Stapje terug in de tijd. Die richtlijnen voor de zorg, voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, weet u nog? Die richtlijn van het RIVM (mede ingegeven door schaarste), die stelde dat het gebruik van bepaalde PBM niet nodig was voor bijvoorbeeld zorgmedewerkers in de verpleeghuizen? En een richtlijn die stelde dat het testen van bewoners in de verpleeghuizen niet nodig was? Na de grote golf van uitbraken in die verpleeghuizen zei het RIVM ontwijkend: het was maar een handreiking, die instellingen hebben een eigen verantwoordelijkheid. Terwijl die instellingen zelf weer terugwijzen naar het RIVM. Wie nu werkelijk verantwoordelijk is, laat ik onbesproken. Feit is dat we intussen weten wat consequenties zijn van ‘klakkeloos volgen’, dat er een groot beroep wordt gedaan op onze eigen verantwoordelijkheid en dat we dat heel serieus moeten nemen. Cornell spreekt de UvA terecht aan op die verantwoordelijkheid. Onwetenschappelijk In een reactie op het ontslag van Cornell zegt een woordvoerder van de UvA kortweg: “[w]e doen er alles aan om coronabesmettingen op onze instellingen tegen te gaan.” Dat er binnenkort in een universiteitsgebouw zelfs een priklocatie geopend wordt waar studenten hun vaccinatie kunnen halen, is in de ogen van deze woordvoerder blijkbaar preventie. Ook al ben je pas twee maanden na de eerste prik goed beschermd tegen ernstige ziekte en in mindere mate voor besmetting met het coronavirus. En daar ligt het hele grote pijnpunt. De heropening van de hogescholen en de universiteiten komt te vroeg. Het is bovendien tegen het wetenschappelijk advies van het OMT in. En ook de praktische ervaring van de GGD’en wordt aan de kant geschoven. De universiteiten zetten door, ze gaan open, zonder al teveel poespas. Tegen wetenschappelijke inzichten in, herhaal ik nog maar eens. Nou. Dan mag je Cornell ‘melodramatisch’ noemen, maar van een wetenschappelijk instituut mag je toch verwachten dat juíst daar meer gewicht wordt gehangen aan wetenschappelijk inzicht boven politieke beslissingen. Cornell heeft gelijk. De universiteiten zijn onwetenschappelijk bezig. “We doen er alles aan” Cornell beschrijft in zijn ontslagbrief hoe de UvA enerzijds een studie aanprees van haar eigen onderzoekers die waarschuwde voor de gevaren van aerosoloverdracht en het gebruik van maskers adviseerde, maar zich anderzijds een uitzonderingspositie aanmat. Toen in Nederland een mondkapjesplicht werd afgekondigd, vond de UvA dat dit niet voor haar campussen gold, omdat die niet publiek toegankelijk zijn. Wat is het idee achter deze beslissing, vraag je je af. Wetenschap? Blijkbaar niet, want er kwam geen wetenschappelijk onderbouwd betoog tégen het gebruik van mondneusmaskers op de campus. Een mening dus. En dat is best kwalijk, voor een universiteit. Zeker als je je bedenkt dat deze crisis voor de meeste academici die in de universiteiten rondlopen, ook de grootste crisis van hun tijd is en daarom in wetenschappelijk opzicht een rijke bron aan studiemateriaal oplevert, of op zou moeten leveren. “@UvA_Amsterdam removing your masks *in the rooms* is exactly where things go wrong. Have you heard that COVID-19 is airborne? This is not safe, it is not safe for instructors, it is not safe for students.” Professor Arianna Betti, Universiteit van Amsterdam. Het gaat overigens niet alleen om toen, toen alles nog nieuw was en niemand wist hoe lang het zou duren en hoe ingrijpend het allemaal zou zijn. Ook nu, met de deltavariant in opkomst, een dreigende vierde (!) golf, met in het achterhoofd de wetenschap dat de de UvA aerosoloverdracht plausibel vindt, mogen de studenten zonder mondneusmasker in de collegezalen en werkruimtes zitten. Ik heb net een rondje ‘Jan met de pet’ gedaan. Ik heb werkelijk helemaal niemand gevonden die gelooft dat mondneusmaskers wel werken als je loopt of staat, maar dat risico op besmetting stopt als je onbeschermd tegen elkaar in zit te walmen in een leslokaal of een collegezaal. Op de horde Facebookactivisten en een enkele Twitteraar na dan. En sommige mensen geloven overigens ook nog steeds niet dat mondneusmaskers überhaupt werken, maar dat terzijde. “De UT en de VSNU hebben mij niks gevraagd en de onderwijsbestuurders zijn geheel op eigen houtje in jubelstemming geraakt over de opening van het onderwijs en het loslaten van de anderhalvemetermaatregel. Ik snap dat wel hoor. Plofuniversiteiten willen zoveel mogelijk plofstudenten op de vierkante meter.” FEMKE NIJBOER, DOCENT AAN DE UNIVERSITEIT TWENTE IN UTODAY.NL Een beetje evidence-based, zeg maar Doen de universiteiten er alles aan om coronabesmettingen tegen te gaan? Nee. Zelfs de meest laagdrempelige interventies worden niet ingezet. En dat is zo onwetenschappelijk als het maar kan. Jeroen de Ridder, voorzitter van De Jonge Akademie, verwoordt het duidelijk: “Waarom zegt geen enkele universiteit, hogeschool of koepelorganisatie dan: wij treffen voor de veiligheid van studenten en medewerkers toch wat aanvullende maatregelen, in lijn met wat experts in huis, bij het RIVM, ECDC en de WHO zeggen. Een beetje evidence-based, zeg maar. Bijv. toch voorlopig nog overal mondkapjesplicht binnen, grootschalig toegankelijk sneltesten om de hoek, op z’n minst vrijwillig vragen om negatief testresultaat of vacc bewijs? … Verder stijgende verbazing nu ook nog blijkt dat OMT en zelfs de GGDs (hebben die zich ooit eerder kritisch geuit over het beleid?) tegen dit plan adviseren. Hoe ging het vorige keren ook alweer toen we sneller/verder openden dan OMT adviseerde?” Medeplichtig “@UvA_Amsterdam should have the guts to require vaccination for staff and students for access to the university buildings and provide Zoom education for those who are not vaccinated. It is too optimistic to open up for everyone in September and assume to still be open in November.” Roland Pierik, universitair hoofddocent Universiteit van Amsterdam. Een moeilijk punt in de kritiek van Cornell op de UvA is misschien het feit dat hij de universiteit medeplichtig acht “aan de strategie van Rutte”. Cornell stelt dat de universiteit verantwoordelijkheid heeft tegenover de stad en tegenover de kwetsbaren binnen haar eigen muren. Dat heeft ieder individu, iedere instelling en ieder instituut. Maar de universiteit misschien zelfs net een beetje meer. Voor de leek zijn wetenschappelijke inzichten wellicht moeilijk te doorgronden, maar daar hebben ze bij universiteiten toch geen last van. Als ze ergens goed zouden moeten weten hoe verbonden zij zijn met de samenleving, de precedentwerking die zij scheppen door zo achteloos met risico’s om te springen, hoe politiek het coronabeleid werkelijk is, wat pre- en asymptomatische verspreiding is en wat exponentiële groei is, dan is het wel aan de universiteiten. Verspreiding via universiteiten zal onherroepelijk tot besmettingen en verdere verspreiding in de rest van de samenleving leiden. Mensen die extra kwetsbaar zijn voor dit virus, zullen er ernstig ziek van worden of sterven, dat weten we inmiddels heel erg goed. Maar vanuit de universiteiten komt weinig roering. Of zoals Cornell schrijft: een universiteit als de “UvA die claimt studenten kritisch te leren denken en ethiek bij te brengen en zich graag laat voorstaan een instituut vol topwetenschappers te zijn” (vrij geciteerd), zou juist nu uitgebreid van zich moeten laten horen. Maar de universiteiten lopen niet voorop bij het vinden van innovatieve oplossingen om met de pandemie om te gaan. Ze zwengelen geen ethische discussies aan. Eigenlijk zijn ze oorverdovend stil. Ze volgen ‘het beleid’. Of met andere woorden: de politiek. Een aantal universitaire docenten en professoren spreekt zich uit. Maar het is niet genoeg. Ze worden nauwelijks gehoord. Op Femke Nijboer na misschien, docent aan de Universiteit van Twente. Zij raakte een gevoelige snaar toen ze publiceerde dat ze geen ongevaccineerde studenten in haar collegezaal wilde. Want, stelt Nijboer, “[a]ls je pot-ver-drie een wetenschappelijke studie wilt doen, maar je gelooft niet in de wetenschap, wat doe je hier dan?” Maar hoe zit het dan met de universiteiten zelf? De zwijgende docenten? De wetenschappers die er werken? Al die hooggeleerde mensen die lijdzaam de politiek volgen en de wetenschap naast zich neerleggen? Nu is niet de tijd om oorverdovend stil te zijn. En daarom is het statement van Cornell – inclusief grote woorden – niet melodramatisch, maar bittere ernst en noodzaak. Die stilte moet doorbroken worden. Want, om het maar in de termen van Femke Nijboer uit te drukken: als wetenschappers pot-ver-drie al niet in de wetenschap geloven, waar staat de wetenschap dan eigenlijk voor? 1. Geen link, u kunt de ‘reaguursels’ op bijvoorbeeld weblog Geen Stijl erop naslaan.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.