Moskou 1937: Stalin staat op zijn hoogtepunt en toch veroorzaakt hij de eerste georganiseerde massamoord in de Europese geschiedenis. Ten minste als we het uitroeien en uithongeren van koelakken, Oekraïners en andere inwoners hier niet bij rekenen.
700.000 mensen worden schijnbaar zinloos doodgeschoten en 1,3 miljoen anderen verdwijnen in straf- en werkkampen. Blijkbaar hadden de Sovjetburgers nog niet genoeg geleden onder de Eerste Wereldoorlog (15 miljoen doden) en onder de uithongering tijdens de collectivisatie.
De executies van 1937 hadden bovendien iets onwezenlijks, dat we met ons verstand nog altijd niet kunnen bevatten. Bij de nazi’s wisten joden, zigeuners, homo’s en communisten dat ze gevaar liepen. Bij Stalin wisten de slachtoffers niet waarom precies zij uitgekozen werden, want ze beschouwden zichzelf als voortreffelijke patriotten. Onder hen waren overtuigde leiders van de revolutie (zoals Boecharin), wereldwijd bekende staatslieden en diplomaten, bedrijfsleiders, uiterst bekwame militairen, kortom: mensen die onmisbaar waren voor de heropbouw van het land.
En net zij werden beschuldigd van aanslagen en opstanden, spionage voor de vijand, sabotage van fabrieken, mijnen of van wetenschappelijk onderzoek. En nog minder begrijpelijk is dat zij onder druk bekenden dat zij dat allemaal gedaan hadden en dat hun familieleden en vrienden die bekentenissen ook nog gingen geloven, als ze er ten minste iets van te weten kwamen.