“Er is een dunne toplaag van mensen die minder heil zien in investeringen in bijvoorbeeld aandelen en obligaties en kunstwerken als een veilige belegging beschouwen”. Dat stelt cultureel econoom Filip Vermeylen in een interview met Nuzakelijk.nl. Er gaat een berg geld om in de kunsthandel.
(Sebastian Errazuriz en Thomas McDonell: Shredded Money, 2008).
Crisis of niet, de laatste weken sneuvelen records op kunstveilingen.
Werken van Mark Rothko (Oranje, rood, geel) en Edvard Munch (De Schreeuw) haalden het nieuws met opbrengsten van 87 en 120 miljoen dollar. In mei ging meer werk voor boven de 10 miljoen dollar door de handen van de veilingmeesters van Sotheby’s en Christie’s. Werken van Picasso, Matisse, Cézanne, Dali, Miro en Brancussi werden verkocht voor bedragen van 12 tot 29 miljoen dollar.
Van Cézanne ging een aquarelletje kaartspelers voor ruim 19 miljoen dollar weg. Zijn kaartspelers in de olie werden in februari door een emir in Qatar voor 250 miljoen dollar op de kop getikt.
(De kluizen gaan open? Streetart in 3D van Kurt Wenner: The Money Pit, Compare the market).
Het Van Goghmuseum mag in de handjes knijpen dat ze nog een knotwilg van Vincent van Gogh voor een luttele 2 miljoen dollar wisten te bemachtigen. Daarmee is het museum nog niet de spekkoper van het jaar. De Amerikaan Zachary Bodisch kocht in een kringloopwinkel voor 14 dollar een linoleumsnede van Picasso. De man had miljonair kunnen worden, maar hij nam genoegen met de 7000 dollar, die een verzamelaar er voor over had. De gelukkige vinder is zwaar getild, want op de ranglijsten van duurst verkochte werken is Picasso is goed voor een gemiddelde 53 miljoen dollar per werk. Vreesde Zachary Bodisch voor zijn gezondheid?
(Riccardo Pittaluga, uit de serie Warning: Money!).