Pijnstillers voor links

In Trouw verscheen deze week een interview met Mark Lilla, Amerikaanse hoogleraar en auteur van het boek 'The Once and Future Liberal' (2017). Lilla stelt dat links-progressieve partijen verstrikt zijn geraakt in polariserende identiteitspolitiek. Volgens Rogier van Reekum slaan zowel Lilla's analyse als diens voorgestelde remedie de plank volledig mis. Er zijn mensen die ‘Zwarte Piet is racisme’ een polariserende stelling vinden, genderneutrale behandeling wel veel gedoe, die niet begrijpen dat straatnamen voor rovende moordenaars mesjogge zijn, die het zonde vinden wanneer moslims een islamitische partij beginnen, die vinden dat radicaal rechts ook mee moet kunnen lopen in een Pride, die vinden dat het ‘debat’ belangrijker is dan de onenigheid zelf, die menen dat ‘diversiteit’ de samenleving heeft ‘veranderd’, maar ondanks al die opvattingen zichzelf wel ‘links’ noemen omdat ze vinden dat tegenover werk bestaanszekerheid moet staan. Dergelijke mensen hebben het zwaar: zij willen echt niet gezien worden als racist, seksist of anderszins rechts, maar voelen zich voortdurend gedwongen om anderen, die naast bestaanszekerheid ook nog hun ‘identiteit’ willen botvieren, uit te leggen hoe ‘linkse’ politiek zou moeten werken. En wanneer ze dat dan doen, krijgen ze de wind van voren. Och, zo wordt het nooit wat. Inclusief nationalisme Gelukkig zijn er sinds jaar en dag voor deze mensen pijnstillers verkrijgbaar. Die komen in de vorm van sociaaldemocratisch geklede intellectuelen die in krant- en boekvorm betogen dat links het oor niet meer moet laten hangen naar ‘minderheden’ en ‘deelbelangen’, wil het verkiezingen gaan ‘winnen’. Dat vooruitzicht lucht op. Ook uit politicologisch onderzoek blijkt steeds weer: wanneer cultuur, migratie en verschil de boventoon voeren, speelt dat rechts in de hand. Daarom adviseren deze welbespraakte mannen een of andere combinatie van twee ingrepen: (1) links moet een overbruggende toon aanslaan dat een ‘inclusieve’ vorm van nationalisme vormt als alternatief voor de benauwende cultuurpaniek van rechts; (2) links moet de nadruk leggen op bestaanszekerheid die particuliere identiteiten te boven zou gaan. Dit alles om ‘normale’ mensen ervan te overtuigen dat ze bij links goed zitten en we al die ‘niet-normale’ mensen er heus wel bij kunnen hebben. Alleen zo zal links weer het voertuig worden voor grote, maatschappelijke coalities en een greep naar de macht kunnen doen.

Door: Foto: Cheryl (cc)
Foto: Mike Licht (cc)

De boze blanke man laat zich niet bezweren

Drie manieren om de boze blanke man te bezweren; en waarom ze stuk voor stuk zullen falen.

ANALYSE – Ineens was hij er: de boze blanke man. En ineens wil iedereen hem spreken. Gelukkig is hij overal te vinden. Het begrip reikt van de anonieme reaguurder op internet, via de Trump-stemmer in de VS, tot aan die krasse knar in Overijssel die voor de camera in drie woorden uitlegt wat hij vindt van al het gedoe rond Zwarte Piet.

Het blijkt te gaan om een mondiaal probleem dat door de media jarenlang genegeerd is. Gelukkig komt daar in rap tempo een eind aan. Overal weerklinkt een welgemeend mea culpa, en journalisten stromen de laatste tijd massaal uit over stad en land, om het authentieke geluid van de boze blanke man te registreren.

Dat schuldgevoel heeft zelfs geleid tot een nieuwe vorm van journalistiek. De boze blanke man moet niet alleen gehoord worden, hij moet ook geholpen. ‘Constructieve journalistiek‘ heet dat. En de journalist moet daarbij niet alleen schrijven wat er mis is en hoe hard er gekankerd wordt – daar wordt de blanke man alleen maar nóg bozer van – maar moet ook oplossingen opzoeken en aandragen, voor de boze blanke man.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mark Lilla over de reactionaire geest

Met de politieke overwinning van een kliek plutocraten, blanke supremacisten en christelijke theocraten in de VS glad op de hielen, kon Mark Lilla’s analyse van de reactionaire geest niet méér op tijd komen.

Een reactionair is een ander beestje dan een conservatief, meent Lilla, en dat hij daar gelijk in heeft, blijkt ook wel als je ziet dat conservatieven als Joshua Livestro en William Kristol gruwelen van het rariteitenkabinet dat Trump bijeensprokkelt.

Conservatief vs Reactionair

Conservatieven en reactionairen voeren dan ook een fundamenteel andere discussie. Conservatieven zijn in discussie met liberalen over de aard van de mens in zijn verhouding tot de wereld en de samenleving; reactionairen en revolutionairen zijn in discussie over de aard van de geschiedenis.

Liberalen nemen hun uitgangspunt in individuele autonomie: zij beschouwen de samenleving als een toevallige verzameling autonome individuen, en alle rechten, plichten en sociale contracten vloeien daaruit voort. Conservatieven gaan er echt vanuit dat de mens bij geboorte reeds in een gevormde wereld terecht komt – gevormd door culturele tradities, instituties, geschiedenis – en dat daar een aantal plichten mee samenhangen, zowel tegenover het voorgeslacht als tegenover toekomstige generaties.

De preoccupatie van reactionairen is een geheel andere. Hun denken draait niet om de vraag: wat is de mens, maar om de geschiedenis. Net als revolutionairen draait hun denken om een radicale breuk in de geschiedenis, maar in tegenstelling tot revolutionairen zien zij die breuk niet als iets positiefs, maar ervaren zij die als verraad, iets dat teruggedraaid dient te worden om de geschiedenis weer op het rechte pad te brengen, betoogt Lilla.