Goed en kwaad in het publieke debat

Lennart Quispel plaatst kanttekeningen bij Rutger Bregman's visie op het publieke debat. Rutger Bregman stort zich in zijn nieuwste artikel op het bekende epos The Lord of the Rings. Volgens hem zouden wij het publieke debat zien als een epische strijd tussen Goed en Kwaad. In LOTR is dat een heel duidelijk verschil: mensen (of liever gezegd, wezens) in het boek zijn, volgens Bregman, inherent Goed of Kwaad. Het is een soort identiteit, en heel duidelijk herkenbaar. En zo zouden we het publieke debat ook zien: wij zitten in Team Goed, omdat we nu eenmaal goed zijn, en de anderen zitten in Team Kwaad, en zijn dus noodzakelijkerwijze schurken. Het is voor mij al een hele tijd geleden, maar ik heb voor mijn gevoel toch een ander boek gelezen. Het epos dat ik in mijn jeugd verslond ging er juist over, dat het onderscheid tussen Goed en Kwaad helemaal niet zo duidelijk is. Dat begint al met de Ring zelf, het voorwerp waar het hele verhaal eigenlijk om draait. Het is het Ultieme Kwaad, maar het geeft de drager ook onzichtbaarheid, waardoor hij in staat is om zichzelf of zijn kameraden uit penibele situaties te redden. Frodo, de echte held van het verhaal, komt regelmatig voor de keuze te staan om de Ring te gebruiken om de helden uit een situatie te redden, maar gebruik van de Ring zorgt ervoor dat hij corrumpeert, en ook nog dat de grote Schurk Sauron weet waar hij is, zodat hij zijn elitetroepen, de nare Nazguls, achter hem aan kan sturen. Elke keer weer moet Frodo kiezen … niet tussen een duidelijke afgebakend Goed en Kwaad, maar juist tussen twee verschillende Kwaden, waarbij de gevolgen van zijn keuze helemaal niet zo duidelijk zijn.

Door: Foto: ~Beekeeper~ (cc)
Foto: Colin Campbell (cc)

Tolkien, Hulspas en Holman

Voor mijn eindexamen las ik The Lord of the Rings van Tolkien. En nog een bulk andere boeken, maar daar heb ik het nu niet over. Een leuke herinnering is dat mijn docent en ik na afloop van het examengesprek nog even koffie dronken en spraken over, jawel, literatuur. In het Nederlands en niet in mijn moeizame Engels, maar het was een gelijkwaardig gesprek waarin mijn leraar serieus informeerde naar mijn literaire oordeel.

Ik herinner me niet wat ik toen heb gezegd over Tolkien, maar weet wel dat mijn docent uitlegde dat de Germaanse achtergrond van de verhalen hem weinig deed, en dat we zoekend concludeerden dat een liefde voor Tolkien eigenlijk een heel subjectieve zaak was. Je deelt zijn “Germaanse gevoel” of niet. Ik ben dat gevoel kwijtgeraakt, maar ik vond het leuk dat ik later in Oxford in café The Eagle and Child bleek te zitten aan de tafel waar Tolkien elke week was neergestreken met C.S. Lewis en enkele andere literatoren. Ik kan begrijpen waarom er mensen zijn die een soort Tolkien-religie hebben, zoals de media vorige week berichtten.

Of beter: begrijpen kan ik het niet, zoals ik ook niet begrijp wat het is om boeddhist of mormoon te zijn. Of minister-president trouwens, of striptekenaar of gamelanspeler. Maar ik kan me er wel iets bij voorstellen dat mensen iets diepers zien in Tolkiens vertellingen. Zeker The Silmarillion hééft iets. Godsdienstwetenschapper Markus Davidsen is gepromoveerd op de tolkienisten en dat leidde vorige week tot een bescheiden mediahype. Veruit het dodelijkste commentaar kwam van Marcel Hulspas:

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.