Lennart

3 Artikelen
3.194 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: ~Beekeeper~ (cc)

Goed en kwaad in het publieke debat

OPINIE - Lennart Quispel plaatst kanttekeningen bij Rutger Bregman’s visie op het publieke debat.

Rutger Bregman stort zich in zijn nieuwste artikel op het bekende epos The Lord of the Rings. Volgens hem zouden wij het publieke debat zien als een epische strijd tussen Goed en Kwaad. In LOTR is dat een heel duidelijk verschil: mensen (of liever gezegd, wezens) in het boek zijn, volgens Bregman, inherent Goed of Kwaad. Het is een soort identiteit, en heel duidelijk herkenbaar. En zo zouden we het publieke debat ook zien: wij zitten in Team Goed, omdat we nu eenmaal goed zijn, en de anderen zitten in Team Kwaad, en zijn dus noodzakelijkerwijze schurken.

Het is voor mij al een hele tijd geleden, maar ik heb voor mijn gevoel toch een ander boek gelezen. Het epos dat ik in mijn jeugd verslond ging er juist over, dat het onderscheid tussen Goed en Kwaad helemaal niet zo duidelijk is. Dat begint al met de Ring zelf, het voorwerp waar het hele verhaal eigenlijk om draait. Het is het Ultieme Kwaad, maar het geeft de drager ook onzichtbaarheid, waardoor hij in staat is om zichzelf of zijn kameraden uit penibele situaties te redden. Frodo, de echte held van het verhaal, komt regelmatig voor de keuze te staan om de Ring te gebruiken om de helden uit een situatie te redden, maar gebruik van de Ring zorgt ervoor dat hij corrumpeert, en ook nog dat de grote Schurk Sauron weet waar hij is, zodat hij zijn elitetroepen, de nare Nazguls, achter hem aan kan sturen. Elke keer weer moet Frodo kiezen … niet tussen een duidelijke afgebakend Goed en Kwaad, maar juist tussen twee verschillende Kwaden, waarbij de gevolgen van zijn keuze helemaal niet zo duidelijk zijn.

Foto: Free Press/ Free Press Action Fund (cc)

EUvsDisinfo: de beperkingen van een epistemische autoriteit

In een vorig artikel hebben we gezien, dat digitale technologie ervoor zorgt dat Nepnieuws niet alleen heel veel sneller verspreid kan worden dan vroeger, maar ook dat het veel moeilijker is om te weten dat er überhaupt nepnieuws verspreid wordt. De vraag is natuurlijk wat we hieraan kunnen doen. Om die vraag te beantwoorden gaan we eens kijken naar de plannen die er nu zijn, en we beginnen met EUvsDisinfo, dat de oplettende lezer zal herkennen van een recente ruzie met enkele Nederlandse main stream media.

Wat is het idee erachter? Het idee is, dat het stoppen van de verspreiding nepnieuws weliswaar niet mogelijk is, maar dat het wel mogelijk is om ervoor te zorgen dat mensen er niet in trappen. Door een instantie in het leven te roepen die in staat is om nepnieuws te herkennen, hebben mensen altijd de mogelijkheid om te controleren of het nieuws dat ze lezen en delen wel klopt. Met een duur woord noemen we dit een “epistemische autoriteit”; een instantie die het waarheidsgehalte van informatie bepaalt.

Angstscenario’s

Even voor de duidelijkheid: dit gaat dus niet over censuur, of sowieso niet om het verbieden van publicatie. Zo wordt het hele initiatief weliswaar geframed in sommige media, maar dat is een retorische hyperbool die waarschijnlijk bedoeld is om mensen te misleiden. In werkelijkheid kan EUvsDisinfo helemaal niets verbieden (sterker nog, het budget is zodanig klein, dat ze niet eens rechtszaken kunnen voeren, en bakzeil moeten halen bij de eerste dreiging daarmee [1]).

Foto: Bibliothèque des Champs Libres (cc)

Nepnieuws is niet nieuw; de verspreiding ervan wel doodeenvoudig

ANALYSE - Nepnieuws is niets nieuws. Paus Franciscus haalde laatst de Slang uit Genesis aan, wiens woorden ervoor zorgden dat Adam en Eva uit het Paradijs werden gezet, om aan te geven dat zelfs het idyllische Eden, de mythologische kraamkamer van de mensheid, al last had van figuren die nepnieuws verspreidden [1].

Een korte blik op de geschiedenis levert meer voorbeelden. De Perzische koning Darius liet op zijn graf graveren dat hij geen vriend was van de leugenaar [2]. Om koning te worden moest Darius namelijk eerst een burgeroorlog voeren tegen een nepnieuwsverspreider, die beweerde de rechtmatige opvolger van de net overleden koning te zijn.

Een ander bekend geval is de Spaans-Amerikaanse oorlog, die uitbrak nadat een Amerikaans oorlogsschip in Cuba was ontploft [3]. Dit was hoogstwaarschijnlijk een ongeluk, maar de toenmalige pers, het zogenaamde “yellow journalism” [4], wist de Amerikanen ervan te overtuigen dat het een Spaanse aanval was, die natuurlijk om een stevige militaire reactie vroeg. Ook in de 20e eeuw speelde nepnieuws een belangrijk rol. Hannah Arendt beschouwde het als instrumenteel in de opkomst van de nazi’s [5]. Op een of andere manier lijken er altijd mensen geweest te zijn, die onware informatie verspreidden om er zelf beter van te worden, met vaak desastreuze gevolgen voor de rest van de wereld.