Zit Movember wel snor?
COLUMN - Waarin de auteur zich afvraagt of het goede doel alle middelen heiligt.
Snordragend Nederland heeft nog precies één week om zich voor te bereiden op de vreselijkste maand van het jaar: Movember. Over de hele wereld laten jongens en mannen, in ruil voor sponsorgeld, een maand lang hun snor staan. Ondertussen lachen ze zichzelf en elkaar keihard uit, want een snor vinden ze achterlijk, ordinair en bovenal heel erg volks. Dat de Mo Bros en Mo Sistas (zo noemen ze zich echt) daarmee miljoenen trotse snordragers belachelijk maken, kan ze weinig schelen. Hun snorren leveren geld op voor onderzoek naar prostaatkanker. Dan mag er toch wel een beetje gelachen worden?
Movember staat niet op zichzelf. Voor veel mensen is een bijdrage leveren aan een betere wereld of, voor mijn part, het afkopen van een sluimerend schuldgevoel, onvoldoende reden om een donatie te doen aan een goed doel. Tegenover elke gift moet een dosis entertainment staan. Vandaar al die glazen huizen, Live8 popconcerten en avondvullende televisieprogramma’s.
En gele polsbandjes. Ik heb nooit begrepen waarom mensen vrijwillig rondlopen met die afzichtelijke Lance Armstrong-elastiekjes. Is het om te tonen dat ze tegen kanker zijn? Dat lijkt me overbodig, want dat is toch iedereen? Of willen ze hun vrijgevigheid etaleren? Ook dat lijkt me sterk: zo’n ding kost een dollar. Dat zet natuurlijk nauwelijks zoden aan de dijk. Het kan op lange termijn zelfs schadelijk zijn voor de totale inkomsten van goede doelen, omdat bandjesdragers kunnen denken dat ze van alle verdere donatieverplichtingen gevrijwaard zijn.