Gaap | Mart Smeets

Mart Smeets stond onder de douche. Al anderhalf uur. En toch wilde hij maar niet schoon worden. Integendeel. Het werd alleen maar erger. Hij leunde met gestrekte armen tegen de muur. Kin op de borst, water kletterend over dat grote hoofd en die machtige schouders. Hij keek naar zijn penis. Die hing roerloos en volmaakt onschuldig op het doucheputje gericht. Mart hief zijn hoofd op. Hij keek naar zijn handen en begreep ineens als bij toverslag wat het was waardoor hij zich nu al wekenlang zo smerig voelde. Raar eigenlijk dat het kwartje nu pas viel. Het was nog niet makkelijk om dat armbandje over die enorme klauwen heen te krijgen. Rubber wordt toch wat stroef door water. Maar het lukte. Hij slaakte een oerkreet en vervloekte de Texaanse oplichter in bewoordingen waar de honden geen brood van lusten."Mag ik dat zeggen", grapte Mart toen hij uitgeraasd was. Later die ochtend zouden Mart en Tjerk nog een flinke ruzie krijgen over wie de beste basketballer van dit moment was. Terwijl ze het gele bandje uit de doucheput viste, hoorde mevrouw Smeets hoe haar zoon zijn vader de tyfus toewenste. Ze borg het bandje veilig tussen zijn sokken. Voor het geval Lance ooit bereid zou zijn toch nog een keer met hem voor de camera te verschijnen.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022
Foto: Dav Yaginuma (cc)

Zit Movember wel snor?

COLUMN - Waarin de auteur zich afvraagt of het goede doel alle middelen heiligt.

Snordragend Nederland heeft nog precies één week om zich voor te bereiden op de vreselijkste maand van het jaar: Movember. Over de hele wereld laten jongens en mannen, in ruil voor sponsorgeld, een maand lang hun snor staan. Ondertussen lachen ze zichzelf en elkaar keihard uit, want een snor vinden ze achterlijk, ordinair en bovenal heel erg volks. Dat de Mo Bros en Mo Sistas (zo noemen ze zich echt) daarmee miljoenen trotse snordragers belachelijk maken, kan ze weinig schelen. Hun snorren leveren geld op voor onderzoek naar prostaatkanker. Dan mag er toch wel een beetje gelachen worden?

Movember staat niet op zichzelf. Voor veel mensen is een bijdrage leveren aan een betere wereld of, voor mijn part, het afkopen van een sluimerend schuldgevoel, onvoldoende reden om een donatie te doen aan een goed doel. Tegenover elke gift moet een dosis entertainment staan. Vandaar al die glazen huizen, Live8 popconcerten en avondvullende televisieprogramma’s.

En gele polsbandjes. Ik heb nooit begrepen waarom mensen vrijwillig rondlopen met die afzichtelijke Lance Armstrong-elastiekjes. Is het om te tonen dat ze tegen kanker zijn? Dat lijkt me overbodig, want dat is toch iedereen? Of willen ze hun vrijgevigheid etaleren? Ook dat lijkt me sterk: zo’n ding kost een dollar. Dat zet natuurlijk nauwelijks zoden aan de dijk. Het kan op lange termijn zelfs schadelijk zijn voor de totale inkomsten van goede doelen, omdat bandjesdragers kunnen denken dat ze van alle verdere donatieverplichtingen gevrijwaard zijn.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.