Het hart van de vrouw

Erik had dus een briefje voor me achtergelaten, daarop had ik een advertentie gezet in Het Kontakkie. Dat is nu uitgekomen en zojuist belde een vrouw, die met lachende stem zei dat ze niet Jane werd genoemd door Erik, dat ik het mis had. Toen hing ze op. Ik herkende de stem niet, en ik had ook niet kunnen vragen of ze dan To genoemd werd (afkorting van Toosje?) of misschien An (Antoinette?). To is de eerste vrouwelijke naam in het verhaal Descent of man, hij zit al in de titel, net als An. Daar had Jeanette me, slim, al op gewezen. Maar ik was mijn interesse in die verhalen van Erik al kwijtgeraakt. Dat soort spelletjes speelt hij maar met iemand anders, ik laat me niet gebruiken. Als die To of die An, of weet ik hoe ze genoemd werd door Erik, op 1 september nog niets van me gehoord heeft, mag ze alles doen met die verhalen. Mijn zegen heeft ze.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: copyright ok. Gecheckt 17-03-2022

Er heeft zich een zoon gemeld

Erik Greveling zaliger (over wie deze stukjes gaan) blijkt een zoon te hebben: Dawid Brzinsky. Zijn moeder, Agnesz Brzinsky, is 55 jaar, ze woont in Amsterdam, ze werkt als bibliothecaresse aan de bibliotheek van de UvA. Aan dezelfde universiteit studeert de 21-jarige Dawid medicijnen. Hij wil huisarts worden. Ik had de twee wel gezien tijdens de crematie van Erik, maar had verder niet nagedacht over hun aanwezigheid.

Gisteren kwam Dawid op bezoek bij me. Zijn moeder had 22 jaar geleden een korte affaire gehad met Erik, ‘want ze wilde een kind, and here I am’ zoals Dawid me zei. Ten bewijze van een en ander liet hij me een stel foto’s uit 1990 zien van Agnesz en Erik, romantisch samen op een Amsterdamse kermis, lopend op het Damplein, elkaar kussend op het Rokin etc. Hoe hadden ze elkaar ontmoet? Er was nog geen internet, dus Agnesz had een advertentie gezet in de Volkskrant (‘Gezocht: man voor even’) en daarop had Erik haar geschreven. Dat ‘even’ heeft ruim twee maanden geduurd, in die twee maanden was Dawid verwekt en Agnesz zei bedankt en ga nu maar weg. Hij had haar nog wel geregeld brieven geschreven en zij hem ook, maar ontmoeten zouden ze elkaar niet meer.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Margriet vertelt

Ik ontmoette Margriet Stavenuiter-Verlaat (ze is nu al gestorven) twintig of eenentwintig jaar geleden. Ze was toen ongeveer 70 jaar. Ze was de vrouw geweest van Arend Stavenuiter, mijn leraar Natuurlijke Historie op de middelbare school. Ze woonde aan de Westerweg in Heiloo, gevaarlijk dichtbij de spoorlijn die Alkmaar verbindt met Haarlem en Amsterdam. Margriet was een kwiek en intelligent soort vrouw en je kon zien dat ze vroeger een schoonheid moest zijn geweest. Ze was lerares Frans geweest op het Murmellius Gymnasium te Alkmaar.

‘In 1952 hadden we allebei net een baan, we konden elkaar goed lijden en we dachten elkaar goed te kennen, dus we trouwden en kochten een huisje in Heiloo. Dit huisje. Kinderen hoefden we niet, want we dachten dat de wereld zo ook al vol genoeg was. Maar Arend werd steeds nerveuzer van de treinen die langsraasden, hij kon zich ook niet meer concentreren op zijn werk en zo. In 1957 besloten we dat hij in Egmond Binnen naar het Benedictijner klooster zou gaan en daar wat rust zou zoeken. Zo gezegd, zo gedaan. En daar is hij sindsdien blijven wonen. Hij is nog wel eens terug geweest hier, hoor, maar dan werd hij weer zo schrikachtig en zenuwachtig van die treinen… Ik ging twee keer per week bij hem op bezoek, om wat lekkers te brengen en om zijn wasgoed en kleren te verwisselen en zo. Dat deed ik eerst per fiets, maar in 1961 haalde ik mijn rijbewijs en kocht ik zo’n rood Simcaatje. Dat was een stuk gemakkelijker, want ik kon toen ook zijn boeken meenemen en terugnemen naar hier. Want zijn kamer was gewoon een slaapkamer, meer was het niet. Veel ruimte was er niet. In welk jaar had u les van Arend?’