China zet al ruim tien jaar sterk in op CO2-arme technieken voor elektriciteitsproductie. Het gaat daarbij om waterkracht, windenergie, zonne-energie en kernenergie. De grote groei zit hem daarbij al 13 jaar in waterkracht, wind- en zonne-energie. De elektriciteitsproductie van waterkracht, wind- en zonne-energie is exponentieel, terwijl kernenergie al 13 jaar een lineaire lijn omhoog vertoont. Ook de recente aankondiging van 10 nieuwe kerncentrales gaat daaraan weinig veranderen.
De Canadese klimaat futuroloog, strateeg en schrijver Michael Barnard volgt de ontwikkelingen in China al jaren (2014, 2019, 2021, 2022, 2024). Op basis van de trends uit het verleden en de aangekondigde 10 nieuwe kerncentrales is zijn verwachting dat water, wind en zon het zware werk zullen blijven doen, terwijl kernenergie hooguit 6% van de elektriciteitsmix in China zal uitmaken in 2030 (een stijging van 20% t.ov. de huidige 5%). Ter vergelijking het aandeel water, wind en zon stijgt van 20% naar meer dan 40% en het aandeel kolen zal dalen van bijna 60% naar 34%.
Nu zijn er bij het maken van scenario's en verwachtingen veel variabele en kan het goed zijn dat de werkelijkheid anders uitpakt. Op basis van de grote projecten database van Flyvbjerg is de kans op tijd- of budgetoverschrijdingen bij kerncentrales echter groter dan bij wind- en zonprojecten.
[caption id="attachment_352216" align="alignnone" width="215"] Klik voor groter beeld[/caption]
De aankondiging van 10 nieuwe kerncentrales klinkt weliswaar spectaculair, in werkelijkheid is dat wat nodig is om het aandeel kernenergie lineair te laten stijgen in de mix en zeker niet wat nodig is om de Chinese klimaatdoelen te halen.
De werkelijke klimaatimpact in China komt van waterkracht, windturbines en zonnepanelen. Dezelfde technieken die in Nederland de afgelopen jaren voor verlaging van de CO2 uitstoot van de elektriciteitssector hebben gezorgd. En die in 2035 voor een CO2-vrij elektriciteitssysteem moeten zorgen. De eerste twee nieuwe kerncentrales zijn namelijk al minstens 2 jaar vertraagd tot 2037.