Kernenergie: veroordeeld tot de status quo

Nut en noodzaak van kernenergie staan net als 25 jaar weer stevig ter discussie na een ernstig ongeluk in een kerncentrale. Net als in het midden van de jaren '80 raakte kernenergie de afgelopen jaren steeds meer geaccepteerd, maar de gebeurtissen in Japan lijken dat hernieuwde vertrouwen weer een stevige dreun te hebben gegeven. Of u dat nu onkies vindt of niet, het debat over de wenselijkheid van atoomstroom staat weer op de agenda. Los van de vraag naar mijn persoonlijke voorkeur lijken er twee houdbare posities in dit debat te zijn. Aan de ene kant staan tegenstanders die kernenergie afwijzen vanwege veiligheids- en afvalproblemen en omdat het een transitie naar echt duurzame energieopwekking alleen maar tegen zou houden. Aan de andere kant staan voorstanders die wijzen op de relatief geringe CO2-uitstoot van kernenergie, olie-afhankelijkheid en beargumenteren dat de risico's van kernenergieproductie en opslag van radioactieve materialen goed hanteerbaar zouden zijn. Tegenstanders willen zo snel mogelijk af van kerncentrales, voorstanders willen graag nieuwe centrales bouwen, waarbij zij er (terecht) op wijzen dat deze veiliger zijn dan oude centrales. Diezelfde voorstanders zouden dan overigens ook moeten beargumenteren dat oude centrales moeten worden vervangen, in plaats van steeds langer opengehouden. De slinger van de publieke opinie zorgt er echter voor dat geen van beide keuzes echt wordt gemaakt. De kerncentrale in Borselle zou in 2004 gesloten worden, maar een volgend rechts kabinet draaide dit besluit terug. In Duitsland tot voor kort precies hetzelfde verhaal. Aan de andere kant maken ernstige incidenten als dat in Japan het ook zeer lastig om de handen op elkaar te krijgen voor nieuwe centrales. Het resultaat is dat de status quo regeert: we zitten opgescheept met een draak van een compromis. Relatief veel oude centrales die steeds maar niet gesloten kunnen worden en dus steeds maar weer worden opgelapt. Er is behoefte aan een lange-termijnvisie die over een langere periode consequent wordt uitgewerkt. Die visie moet op lange termijn uitmonden in een volledig duurzame energievoorziening. Als kernenergie daar (in de transitieperiode) deel van zou uitmaken - liever niet - dan wel op een moderne manier. Als we onszelf veroordelen tot de status quo, bewijzen we onszelf en de toekomstige generaties allerminst een dienst

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

We moeten praten over kernenergie, zeker na ‘Japan’

De problemen met de kerncentrales in Japan laten zien dat gebeurtenissen met een zeer kleine kans toch kunnen plaatsvinden. Hoewel dat rationeel al duidelijk was, is het toch emotioneel confronterend als het daadwerkelijk gebeurt. In verschillende landen om ons heen, Duitsland voorop, klinkt de roep om herbezinning op de bijdrage van kernenergie in de toekomst. De EU wil een ‘stresstest’ voor alle reactoren in Europa. Ook al zijn er in Nederland geen aardbevingen en tsunami’s, een kans betekent dat iets kan, en er zijn verschillende andere redenen ook in Nederland de toekomstige rol van kernenergie in de brandstofmix kritisch te bekijken. Het goede nieuws is: er is alle tijd voor een heroverweging. In Nederland wordt zoveel nieuw elektrisch vermogen gebouwd, dat er voor stroom uit nieuwe kerncentrales voorlopig toch amper ruimte is op de markt.

De vraag of er nieuwe kerncentrales in Nederland zullen komen hangt sterk af van de keuzes die de overheid maakt. De opstelling van de overheid is echter paradoxaal. Aan de ene kant is er in de energiesector marktwerking ingevoerd, stelt de overheid slechts de voorwaarden vast en bepalen marktpartijen welke technologieën daaraan voldoen en in hun strategie passen. Aan de andere kant kiest het kabinet uitdrukkelijk voor kernenergie, en rolt het de loper voor investeerders uit. Minister Verhagen van EL&I heeft zelfs andere besluiten van kernenergie afhankelijk gemaakt: CO2-afvang en –opslag onder land is pas bespreekbaar als er een vergunning voor een kerncentrale is. De overheid wil dus én markt én heeft eigen voorkeuren. Deze dubbele pet is niet bevorderlijk voor het vertrouwen in een neutrale rol van de overheid: de voorvechter van kernenergie, de minister van EL&I, is tevens degene die de vergunningen verleent en de randvoorwaarden stelt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Maak extra veiligheidskosten kerncentrales alvast helder

Een gastbijdrage van Jurgen Ganzevles, senior onderzoeker Rathenau Instituut.

De Japanse kernramp zal de veiligheidskosten voor nieuwe kerncentrales doen stijgen. De Nederlandse overheid moet hier volstrekt open over zijn, wil het de plannen voor een tweede kerncentrale overeind houden.

De discussie over kernenergie staat weer op scherp. Het debat is emotioneel geladen. Duitsland reageerde impulsief, door oude kerncentrales acuut te sluiten. Maar juist in tijden van oplopende emotie is genuanceerde besluitvorming gewenst, ook in de discussie over een vergunning voor een tweede kerncentrale in Nederland.

Pas op de plaats
Een verstandige overheid bereidt zich alvast goed voor op de volgende fase in de discussie. Na een eerste reactie lijken parlementariërs, milieuorganisaties en ook ministers pas op de plaats te maken. Niemand kan de gevolgen in Japan overzien. Mensen die nu pleiten tegen kernenergie krijgen het verwijt politiek te bedrijven over de ruggen van de Japanse slachtoffers. Voorstanders die nu te ongenuanceerd zijn, roepen het verwijt op de gevolgen te bagatelliseren. Niemand kan het in deze fase goed doen. Paradoxaal genoeg geeft deze verwarring juist de overheid de rust om het huiswerk op orde te maken.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Vorige Volgende