Isoleren of helpen?
Recent stierf er weer iemand in een isoleercel. Dan krijg je gelijk de discussie of er wel goed op die man gelet is en wie eventueel verwijtbaar handelen in zijn schoenen geschoven kan worden. De eerste koppen rollen al.
Maar weinig discussie over de vraag of het uberhaupt nodig was die vent in de isoleercel te houden (voor de goede orde, het gaat hier eigenlijk om separeren).
Het isoleren wordt gezien als een middel om in het uiterste geval iemand voor zichzelf en de instelling veilig op te sluiten. Maar hoe komt iemand in die toestand en is dat te voorkomen?
In met name Noorwegen is men actief op dit vlak. Daar zijn ze de overtuiging toegedaan dat isoleercellen eigenlijk vrijwel nooit nodig zijn. Iemand die in een isoleercel terechtkomt maakt een bepaalde escalatie van steeds minder bedwingbare “opwinding” door. En als je weet hoe dat in zijn werk gaat, kan je in een eerder stadium deescalerend werken om zo te voorkomen dat het hoogste stadium ooit bereikt wordt.
Ook in Nederland is men hiermee aan de slag gegaan. Onder de vreemde noemer van “Project dwang en drang” zijn door het hele land opleidingen gegeven om werknemers van psychiatrische inrichtingen te leren de signalen te zien en tijdig op de juiste manier in te grijpen. Zo ook in de betreffende instelling waar recent Wim in isolatie overleed.
Hoe komt het dan dat er nog steeds mensen in isoleercellen zitten? Zoals gebruikelijk een eenvoudige kwestie van geld en korte termijn beleid.
Ook in De Meren werd de training gegeven. Maar de training is intensief. Meerdere dagen over langere periode per werknemer om de basis te leggen. En dan nog een paar keer herhalen. Dat vergt een stevige investering. Vaak blijft het dan bij een paar mensen opleiden en hopen dat die de anderen het kunnen bijbrengen.
Maar in instellingen die toch al onderbezet, overbelast en onderbetaald zijn, is dat een illusie. Dus krijgt het geen voet aan de grond. De werknemers krijgen er geen tijd voor en de bestuurders worden weer van hoger hand gestuurd op korte termijn doelen. En dit is geen korte termijn aanpak. Daar moet een instelling toch snel twee tot drie jaar intensief mee aan de slag voor het echt resultaat oplevert.