Formatiestilte

Dag 237 van de kabinetsformatie. Dag 298 van de demissionarissen. Volstrekt logisch dat we deze week niets vernemen van de kabinetsformatie. De agenda’s van onderhandelaar numero uno, van de boekhouder-onderhandelaar en van de sidekick laten dat niet toe. Bovendien hebben de informateurs na de laatste besprekingen (4 en 5 november in Groningen) aan de voorzitter van de Tweede Kamer laten weten dat “hun streven erop gericht is de Kamer hierover te informeren in het verslag van onze werkzaamheden dat wij u zullen aanbieden nadat (!) de onderhandelingen over een coalitieakkoord zijn afgerond.” Openheid ver te zoeken Nu een groot deel van de onderhandelaars het deze week druk heeft met de demissionaire taken, zouden de informateurs hun aantekeningen even kunnen ordenen en die aan de Tweede Kamer ter inzage geven. Na de ‘Ollongren-affaire’ was het immers de bedoeling dat een op 6 april aangenomen motie zou worden uitgevoerd omdat ‘geconstateerd’ werd “dat openheid onder de huidige omstandigheden voorwaardelijk is voor het herstellen van vertrouwen in het proces”. Oh wacht, de motie “spreekt uit de gespreksverslagen van de informatieronde gelijktijdig met het uitbrengen van het verslag van de informateur volledig openbaar te maken”. Kijk eens aan, een informatieronde mag nog zo lang duren, openheid van zaken wordt niet eerder verwacht dan als die ronde is afgesloten. En dan nog…  De Kamer kan uitspreken wat ze wil, het verplicht de informateurs tot niets. De notities die de verkenners Ollongren en Jorritsma eind maart vrij gaven, waren wel de eerste en laatste ontboezemingen. De daarop volgende informateur Tjeenk Willink liet meteen al weten dat hij niet zomaar uit de school zou klappen. "Onderhandelingen in pure openbaarheid bestaan niet", zei hij vlak na zijn benoeming in april. Rutte veinst spijt En zo geschiedde. Formatiestilte. Zo zeer zelfs dat Rutte eind augustus spijt veinsde: “Ik weet dat Nederland zich zo langzamerhand kapot ergert aan het feit dat we er zo weinig over kunnen zeggen (…) Het spijt mij echt verschrikkelijk.” Rutte zei zich te realiseren dat “Nederland zich zo langzamerhand kapot ergert”. Begrijpt hij het volk wel? Reken maar van ‘yes’. Een deel van het volk, zo’n twintigduizend zielen, demonstreert alleen maar als het zich beperkt voelt in het uitgaansleven. Een ander deel heeft de interesse in de kabinetsformatie verloren en denkt ‘het zal mijn tijd wel duren’. Zou dat de vermaarde ‘stille meerderheid’ zijn? We zullen in ieder geval niet zo gauw een honderdduizend of meer mensen op een blote zondagmiddag zien demonstreren tegen de langste kabinetsformatie en demissionaire status ooit. Deze week ook geen Kamerdebat over de kabinetsformatie. Maar wat zou het mooi zijn als elk Kamerlid vanaf nu elke inbreng besluit met de woorden "Voorts zijn wij van mening dat er een einde moet komen aan de kabinetsformatie".

Foto: Schermafbeelding persconferentie 18 oktober 2021 informateurs Koolmees en Remkes

En de kabinetsformatie, zij sukkelt voort

Ik word een beetje onrustig, excuus. Ik ben even niet heel goed, maar ja, ik herpak me even. Misschien wat water ja. Ik weet niet wat er aan de hand is… Nee, het gaat goed, dankjewel

De man die op 18 maart 2020 de onwel geworden minister van Medische Zorg en Sport overeind hielp, werd zelf niet lekker op de persconferentie van afgelopen maandag.

Informateur Wouter Koolmees sprak zo snel en nam tussendoor zulke grote happen lucht dat hyperventilatie welhaast onvermijdelijk was. Of kreeg hij een beginnende paniekaanval toen hij zag met wie hij de komende tijd nog in gesprek moest? (CPB, DNB, studiegroep begrotingsruimte, Belastingdienst, UWV, COA en IND).

Andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat er diep in Koolmees een integer stemmetje klonk van ‘wat sta ik hier eigenlijk te doen?’ Hij stond een positief beeld te schetsen van de voortgang van de kabinetsformatie. Ja, de vaart zit er nu lekker in en ‘we gaan over tot het verdiepen en uitwerken van de onderwerpen en de thema’s. ‘ Dat gaat gebeuren van 27 tot 29 oktober op Landgoed de Zwaluwberg in Hilversum en op 4 en 5 november in het provinciehuis in Groningen.

‘W.t.f.!’, gilde het integere Koolmeesje. Op 29 oktober scoort Rutte dus zijn zoveelste record. Namelijk dat van minister-president die de langste kabinetsformatie op zijn naam heeft. Waarmee de man ook zichzelf nog eens overtreft.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Hefin Owen (cc)

Kabinetsformatie: geit op dood spoor

COLUMN - Het liep al niet geweldig, maar nu is de kabinetsformatie definitief op doodlopend spoor geraakt. De vraag wordt namelijk: wanneer stapt D66 er uit? Die vraag geldt ook voor de ChristenUnie.

Want dat deze twee partijen, net als ten tijde van Rutte III weer veel van hun ‘schatten’ moeten inleveren, ligt erg voor de hand. VVD en CDA vinden in beide Kamers voldoende steun op rechts om al te ‘linkse’ wensen van D66 en ChristenUnie de prullenbak in te manoeuvreren.

Wanneer krijgen D66 en ChristenUnie door dat ze aan het kortste eind zullen trekken? Anders gezegd: valt het kabinet Rutte IV voor haar inhuldiging of daarna?

In de eerste ronde van de kabinetsformatie gaf Rutte aan verkenners Jorritsma en Ollongren door dat hij het liefst een coalitie zag met zoveel mogelijk zetels in de Eerste Kamer. Hij stelde toen voor ook naar nieuwkomer JA21 te kijken, want die partij zat met zeven zetels in de Eerste Kamer (na afsplitsing van FvD).
Een paar rondes verder noteerde informateur Hamer in haar eindverslag dat Kaag “met het oog op de stabiliteit een meerderheid in de Eerste Kamer wenselijk acht.”

Toch is het argument nu dat ze voor een meerderheidskabinet opteren. Een krappe meerderheid van slechts 77 zetels in Tweede Kamer. In de Eerste Kamer hebben VVD, D66, CDA en ChristenUnie momenteel 32 zetels. Zes te weinig voor een meerderheid.