Sinds enige tijd ben ik in het bezit van een Twitter-account, een bron voor de meest vreemde berichten. Vandaag stuitte ik op een bericht over appels met welluidende namen als De Rode van Boskoop, Cox Orange Pippin en de Golden Delicious. Vertrouwde appelrassen, waarmee ik net als velen van u ben opgegroeid onder het motto ?Snoep verstandig, eet een appel?. Niets blijft echter zoals het is. Dat geldt ook voor appels.
Wie regelmatig in de supermarkt komt, is het wellicht al opgevallen: Nederlandse appelrassen verliezen hun populariteit. In de schappen worden ze verdrongen door nieuwe, uitheemse rassen als de Junami, de Kanzi en de Rubens.
Werd er in 1992 nog 2162 hectare Cox?s Orange verbouwd, vorig jaar was dat teruggelopen tot 160 hectare. Cox deelt dat trieste lot met de Golden Delicious en de Goudreinette, de volksnaam van de Rode van Boskoop, die eveneens het veld moesten ruimen. De productie van de drie rassen gezamenlijk beslaat nu minder dan een kwart van de productie in 1992.
De meest geteelde appels blijven voorlopig de Elstar, de Jonagold en de Jonagored, samen goed voor 6605 hectare in 2009, hoewel ook daar een terugloop te zien is.
Het gaat trouwens sowieso niet goed met de appelteelt in Nederland. In 1992 stonden er in ons land nog 17 duizend hectare appelbomen. In 2009 was dat bijna gehalveerd tot ruim 9 duizend hectare. Wel gaat het dan nog altijd om het duizelingwekkende aantal van 27 miljoen appelbomen.
Minder hectares betekent ook minder kilo?s appels. De verwachting is dat de appeloogst in 2010 nog slechts 340 miljoen kilo zal bedragen, 17 procent minder dan vorig jaar, toen de oogst nog 407 miljoen kilo opleverde.