De techno-oplossers
COLUMN - De ijsmassa op de Noordpool heeft een nieuw laagterecord bereikt, de Australische hittegolf met temperaturen van wel 50oC breidt zich uit naar Nieuw-Zeeland, Nederland heeft zich nog niet hersteld van de droogte van vorig jaar. Daarbij vergeleken klinkt de warmste paasmaandag hier ooit gemeten bijna plezant, maar ook dat record lijkt een teken aan de wand.
‘We vinden er wel iets op, de technologie staat voor niets!’ roepen vooruitgangsdenkers dan optimistisch, en heus, ik help het ze hopen. Maar ondertussen lijkt me evident dat we er niet komen met zelfrijdende auto’s, windmolenparken, plastic recyclen of CO2-heffingen. De wereldwijde uitstoot van CO2 stijgt, terwijl we die drastisch moeten inperken: dat is het allerbelangrijkste dat ons te doen staan. En we moeten daarbij echt minder naar individuele burgers kijken: tien grote Nederlandse bedrijven – waaronder de Shell-raffinaderij, Tata Steel en de energiecentrales – stoten, dwars tegen alle plannen en beloftes in, elk jaar juist meeruit. Samen produceren deze tien bedrijven driemaal zoveel CO2 als alle Nederlandse huishoudens bij elkaar.
Mediafilosoof en technologiecriticus Douglas Rushkoff wees vorig jaar op een ander, vrij fundamenteel manco in de gedachte dat de technologie ons zal redden. Rushkoff was gevraagd een besloten lezing te houden over toekomst en technologie. Tot zijn verbazing bestond zijn gehoor uit slechts vijf hedgefund-managers, die eigenlijk vooral wilden brainstormen hoe ze zichzelf ‘als het zover was’ beter konden beschermen. De een had al een ondergrondse bunker gebouwd, en had een legertje gewapende bewakers paraat. De tweede vroeg zich af hoe hij zijn bewakers en personeel onder de duim kon houden als er voedsel- en watertekorten ontstonden: zou een gehoorzaamheidshalsband iets zijn?