De moderne mens

Laten we de week eens beginnen met het over onszelf te hebben. Grofweg zijn er twee opvattingen betreffende onze existentiële werkelijkheid. De een zegt: wij zijn allen schepselen gods. De ander zegt dat we uit het water zijn geklommen, als viervoeter vaste grond onder ons bestaan hebben gezocht en uiteindelijk op twee benen zijn gaan staan omdat je zo verder kan kijken dan je neus lang is. Die eerste opvatting is wel zo makkelijk. Geen getob over de oorsprong. De tweede, wetenschappelijke benadering, levert herhaaldelijk problemen op. Zo waren er onderzoekers die beweerden dat een derde van als nieuw soort ontdekte dinosaurussen, afgeschreven kunnen worden. Ze waren niet nieuw, maar nazaten van een reeds bekende soort. Meteen ruzie met collega’s, die de conclusie zwaar overdreven vinden.

Door: Foto: congvo (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Het kneedsel mens

COLUMN - Dat was even schrikken. Homo naledi, die kleine, ranke Zuid-Afrikaanse dondersteen, dat minimensje dat zo sterk op een aap lijkt, is maar 300- tot 200.000 jaar oud. Dat wil zeggen dat hij een tijdgenoot van de eerste Homo sapiens, die rond die tijd in Afrika is ontstaan. Primitief en modern leefden als buren naast elkaar. Of kunnen we die begrippen dan maar beter vergeten?

De eerste vondsten van H. naledi zijn al twee jaar oud, maar toen konden de ontdekkers geen datering erbij leveren. De nieuwe, spectaculaire vondsten (waaronder een half compleet mannelijk skelet) boden die mogelijkheid wel. En terwijl iedereen gokte op een ouderdom van rond de een miljoen jaar, bleek dat dus veel jonger te zijn. En volgens de onderzoekers zijn de nu gevonden skeletten bewust heel diep in grotten opgeborgen. De kleine dondersteen was dus wellicht een ‘ietsist’.

Naledi heeft ‘moderne’ gewrichten (handen, pols voeten) maar de verder vooral primitieve trekken van het skelet duiden erop dat naledi teruggaat op de eerste Homo-soort, erectus, die dateert van rond de twee miljoen jaar geleden. De schedelinhoud is passend bescheiden. En aangezien paleoantropologen niet bereid zijn om te geloven dat het Homo-brein in de loop van honderdduizenden jaren kan krimpen (meer is toch beter?) kan naledi geen ‘gekrompen’ zijtak zijn van een Homo met een groter brein, maar moet zij zich al die tijd staande hebben gehouden met haar kleine breintje, te midden van Homo-varianten die ondertussen steeds grotere breinen ontwikkelden. Wat al even onlogisch klinkt. Natuurlijk had je in die tijd ook Homo floresiensis, de mini-mens van het eiland Flores, maar die zat veilig op een eiland.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.