COLUMN - Sinds ongeveer een week is Argentinië opnieuw failliet gegaan op de schuld die het in 2001 ook al niet terugbetaalde. Enigszins verrassend, omdat het land de afgelopen dertien jaar juist zijn best deed om de schuld wel terug te betalen: Argentinië herstructureerde inmiddels 93 procent van de lopende schuld, betaalde her IMF terug en deed ook een eerste betaling aan de club van Parijs.
Alleen een paar hedgefondsen die de schuld voor een schijntje overkochten zijn niet akkoord met herstructurering: zij willen volledig worden terugbetaald. Rechter Thomas Griesa uit New York gaf de hedgefondsen (bijnaam: vulture funds) gelijk, maar Argentinië betaalt niet, waarbij het land wijst op een clausule die aangeeft dat alle schuldeisers gelijk moeten worden behandeld. Wanneer Argentinië de hedgefondsen volledig terugbetaalt, moet het ook alle andere schuldeisers volledig terugbetalen.
Argentinië is dus voor de achtste keer in zijn geschiedenis technisch failliet. Tegelijkertijd lijken de effecten van het laatste faillissement een stuk kleiner dan in 2001, en het ligt niet voor de hand dat de hedgefondsen betaald zullen krijgen.
In principe zijn er vier redenen waarom landen hun schuld terug betalen. Allereerst wil niemand je in de toekomst geld lenen als je je schuld niet terugbetaalt. Argentinië is lange tijd uitgesloten geweest van de internationale kapitaalmarkt en die toegang tot de internationale kapitaalmarkt lijkt een belangrijke reden om de schuld van 2001 alsnog af te lossen. Het nieuwe faillissement lijkt evenwel weinig invloed te hebben op het vertrouwen van investeerders: de Argentijnse overheidsschuld daalde nauwelijks in waarde. De markt verwacht dus nog wel een terugbetaling van de geherstructureerde schuld, zelfs nu de hedgefondsen niet betaald krijgen.