Haat is besmettelijk
COLUMN - De vuilbekkerij op internet is onthutsend. Zelfs het bericht over de vermiste doofstomme en autistische Abdullah leidde tot een serie sneren waarin xenofobie en islamhaat de overhad hadden. (Gelukkig waren er ook mensen die hem gewoon gingen zoeken.)
Het akelige is: hoe vaker zulke berichten verschijnen, hoe ‘normaler’ ze schijnen – je kijkt er al haast niet meer van op. Maar diezelfde inburgering van dergelijk taalgebruik maakt dat anderen denken dat zij zich gerust ook zo’n opmerking kunnen permitteren. Of er nog een schepje bovenop doen.
Haat is besmettelijk. Helaas geldt dat minder voor wellevendheid, voorzichtigheid, geduld en respect.
Dit weekend typeerde Gert-Jaap van Ulzen, bestuurslid van de Leeuwarder VVD, de demonstranten die in Dokkum kwamen protesteren tegen Zwarte Piet op Twitter als ‘neger fascisten’. Een politicus die zwarte mensen negers noemt en keurige, kalme demonstranten fascisten? Tot voor kort was dat vrijwel ondenkbaar; tegenwoordig kijk je er niet echt van op. De VVD royeerde Van Ulzen niet: ze besloten slechts, ‘in goed overleg’, dat hij zich beter kon terugtrekken uit het lokale bestuur.
Ook mijn lontje wordt korter door al die hardheid en haat die ik zie. Deels omdat de angst me soms om het hart slaat, deels omdat ik vrees dat vriendelijk en kalm blijven niet meer helpt. Zo ga ik zelf ook mee in de vicieuze cirkel, word ik onderdeel van het probleem.