De euro en de echte integratie
Dit weekend hebben de regeringsleiders het over onze euro’s. Liggen we er wakker van? De top zal niet alle problemen oplossen, maar het wordt wel een stap in de goede richting, volgens Minister Schäuble. Maar zou er echt iets bedacht zijn? De euro is al ruim een jaar in zwaar weer en alle pressie vanuit de markt, heeft vooral te weinig beleid opgeleverd. De druk van de financiële markten veroorzaakt te weinig besluitkracht van de politiek. Zo ontstaat een reeks van crises.
De kern lijkt me de verhouding tussen het geld en de nationale staat. De regeringsleiders durven daar niets mee te doen, omdat men de anti-europese stemming vreest. De uitkomst van de top wordt dus vermoedelijk een mengsel van het voorafgaande beleid. Dat zal niets oplossen. De vraag past ook of de electoraten zo anti-europees gestemd zijn; misschien zijn de leiders vooral bang voor een Frans en Nederlands “neen”, of voor een Duits “nein”. Maar is daar een goede reden voor?
Geld werkt door het vertrouwen dat het waarde heeft. Britse militairen hebben na de oorlog in Indo- china monopoly-geld uitgegeven en dat heeft op behoorlijke schaal gefunctioneerd als echt geld: als je gelooft dat het waarde heeft en daar naar handelt, vervult geld zijn functie als ruil- en betaalmiddel. Het vertrouwen in geld is gebaseerd op macht, vooral macht van de staat en van een centrale bank, die er voor zorgen dat de waarde gewaarborgd is en behouden blijft. De symboliek is welsprekend: een staatsman wordt afgebeeld op het bankbiljet, de bankpresident ondertekent de gedrukte belofte dat je de tegenwaarde in goud kunt krijgen.