De vermogensrendementsheffing: De conclusie

Dit is het laatste deel van een korte serie over de vermogensrendementsheffing. Eerder heb ik toegelicht dat de plannen voor de wijziging van de heffing marktverstorende effecten zullen hebben en waarom ik de grondslag voor de heffing, het fictieve rendement, drie keer niets vind: Trends uit het verleden zijn slechte voorspellers, Schommelingen rond de trends mag je niet verwaarlozen, Het veronderstelde jaarlijkse beleggingsprofiel klopt niet. Ik zou nog vele weken kunnen doorgaan , bijvoorbeeld over de vragen waarom er geen vermogensbelasting wordt heringevoerd of hoe om te gaan met negatieve rendementen. Toch wordt het tijd voor een afsluiting. Het ministerie van Financiën probeert eigenlijk iets te berekenen wat helemaal niet te berekenen is.

Door: Foto: mystic_mabel (cc)
Foto: mystic_mabel (cc)

De vermogensrendementsheffing: de beleggingsportefeuille

COLUMN - Dit is het vijfde en op een na laatste deel van een korte serie over de vermogensrendementsheffing. Ik begon met de opmerking dat de berekening van de fictieve rendementen is gebaseerd op gemiddelden en dat  die in specifieke gevallen meestal niet kloppen. In het vierde deel ging ik dieper in op een aspect van dit punt:  de ontoereikendheid van gemiddelden uit het verleden, ofwel trends, voor de voorspelling van de toekomst.

Is het dan nu genoeg over gemiddelden? Nou, bijna.  De berekening van de fictieve rendementen maakt namelijk niet alleen gebruik van trends, maar veronderstelt ook elk jaar een gemiddeld beleggingsportefeuille. Eerder had ik het dus over gemiddelden over de jaren heen en nu gaat het met de beleggingsportefeuille over de gemiddelde belegging in een bepaald jaar.

De veronderstelde beleggingsportefeuille is als volgt: 53%  onroerende zaken, 33% aandelen en 14% obligaties, elk dan weer met rendementen die zijn berekend op basis van eigen trends. Dus, voor wie bijvoorbeeld alleen in aandelen belegt, is de berekening sowieso al niets waard vanwege het overgrote aandeel voor onroerende zaken. En obligaties zullen dan in verband met de voorgestelde wijzigingen van de heffing in 2020 moeten verdwijnen, want die leveren ongeveer net zoveel op als spaartegoeden, maar zijn dan vele malen hoger belast. Zelfs als je 1% bruto-rendement op obligaties zou behalen, zou je nog een heffing van 176% daarover moeten betalen, namelijk 33% x 5,33% = 1,76% heffing tegenover 1 % rendement. Dat maakt je een dief van je eigen portemonnee. Voor microkredieten geldt overigens hetzelfde.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: kiki99 (cc)

De vermogensrendementsheffing: de trend

COLUMN - Het begon al te schemeren toen wij na een lange reis eindelijk de Britse kustplaats bereikten van waaruit de boot ons de volgende dag naar huis zou brengen. De hemel was bewolkt, het was koud en het waaide. Onderdak vonden wij bij Mr Reid, en sombere oudere man met een hond. De hond, zei Mr Reid, was al heel oud. In de laatste tijd ging hij wat vreemd gedrag vertonen, waaruit Mr Reid opmaakte dat het einde van het dier nabij was.

Dus, nog voordat de hond dood was, wist Mr Reid al dat het zou gebeuren. Met de aanpak van de vermogensrendementsheffing was hem dat niet gelukt. Die had de gezondheidstoestand voorspeld op basis van een gemiddelde van de laatste, laten we zeggen, vijf jaar en toen leefde de hond altijd. Daarom zou hij ook dit jaar blijven leven. Sterker nog, ook na de dood van de hond zou het nog vijf jaar duren, totdat het besef daarvan helemaal tot hem doordringt.

Ik vind het moeilijk gegevens over de berekening van de fictieve rendementen te vinden en dat is vreemd. Het enige wat ik tot nu toe kon vinden staat op de Wikipedia-pagina over box 3. Als iemand van jullie aanvullende gegevens heeft, verneem ik het graag. Maar ook nu al denk ik te kunnen stellen dat het Ministerie van Financiën de verschillende rendementen berekent op basis van gemiddelden uit het verleden en zonder een aanvullende economische analyse.

Foto: kiki99 (cc)

De vermogensrendementsheffing: lock me in lock me out

COLUMN - Het lock-in effect is een belangrijk argument van het Ministerie voor Financiën tegen de belasting op de werkelijk gerealiseerde vermogenswinsten en voor de handhaving van het huidige forfaitaire regeling. Het ministerie schrijft in haar eerder genoemde onderzoek “Heffing box 3 op basis van werkelijk rendement” op pagina 46:

Het lock-in effect kan tevens de allocatie van de kapitaalmarkt verstoren: hierdoor wordt niet voor de meest efficiënte portefeuilleverdeling gekozen. De fiscale component wordt weer onderdeel van de beleggingsbeslissing.

In dit verband heb ik dan maar het eerste het beste onderzoek van het internet geplukt. Het is een statistische analyse met als resultaat dat het lock-in effect ook echt bestaat. Het kan worden gemeten.

Waar gaat het om? Buiten de financiële wereld hebben bijvoorbeeld inzittenden in een gevangenis last van een lock-in effect, lijkt me duidelijk. Volgens oude, wat flauwe en afgezaagde clichés ook gehuwden. Maar het speelt ook bijvoorbeeld bij de zorgverzekering. als je naar een andere verzekeraar wilt gaan, kan dat pas begin volgend jaar en tot die tijd zit je vast aan je huidige contract. Kortom, overal waar wisselen naar een betere situatie gedoe met zich meebrengt, is sprake van een lock-in effect.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: kiki99 (cc)

De vermogensrendementsheffing: vermogenswinst

COLUMN - “Internationaal zijn er geen landen bekend die een volledig forfaitair systeem kennen, zoals het onze

…schrijft het Ministerie van Financiën op pagina 18 van haar voortgangsrapportage “Heffing box 3 op basis van werkelijk rendement”. Dat is vooral opmerkelijk, als het gaat om de vele problemen die een belasting op basis van werkelijk rendement met zich mee zou brengen, waar onder meer ook een reageerder op mijn laatste column een indruk van geeft. Niemand zegt dat het makkelijk is, maar het kan dus wel.

De favoriete belasting in het buitenland is die op vermogenswinsten. Belast wordt daarbij niet per jaar, maar op de momenten waarop de aandelen worden verkocht. Dan worden de winsten pas tot geld gemaakt is het idee. Eerder heb je er niets aan. Je kunt niet met je aandelenpakket naar de winkel gaan om brood te kopen.

Ik vind het een goed idee om even naar het verschil tussen de heffing op fictieve rendementen en de belasting op vermogenswinsten te kijken. Dat zal namelijk duidelijk maken dat de vermogensrendementsheffing onder meer op dit punt een nogal, ja, verbazingwekkende constructie is.

Daarvoor heb ik, het is even niet anders, een cijfervoorbeeld uitgewerkt (vmr staat voor vermogensrendementsheffing):
© G. Drios - Sargasso Rekenvoorbeeld vermogensrendementsheffing

Foto: mystic_mabel (cc)

De vermogensrendementsheffing: mensen in een mal

COLUMN - In de troonrede zei de koning: “De levens van 17 miljoen individuele mensen passen niet in een mal.” In dit verband lijkt het mij een goed idee om ook even te kijken naar de toekomst van de omstreden vermogensrendementsheffing. Daarvoor staat een voorstel in de kamerbrief van staatssecretaris Snel van 6 september jl.

De vermogensrendementsheffing werd in 2001 ingevoerd en aanvankelijk berekend op basis van een fictief rendement van 4%. In de navolgende tijden van dalende rentes schepte deze aanpak gaandeweg een steeds oneerlijkere situatie. Zo konden spaarders dit rendement uiteindelijk helemaal niet meer halen en werd in vele gevallen de heffing hoger dan de rente zelf. Daarom heeft het Ministerie van Financiën al enkele jaren geleden een splitsing gemaakt tussen het lagere fictieve rendement op sparen en het hogere fictieve rendement op beleggen. De verhouding tussen sparen en beleggen wordt daarbij nu vooraf vastgesteld en is onafhankelijk van de individuele situatie. Wie alles spaart betaalt hetzelfde als iemand die alles belegt.

Dit laatste punt zal volgens de nieuwste plannen in 2022 veranderen.

Dan zal niet meer de fictieve, maar de daadwerkelijke, individuele verdeling tussen sparen en beleggen relevant worden, met de intentie dat de spaarder minder en de belegger meer gaat betalen. Het belangrijke punt is echter dat de fictieve rendementen van kracht blijven. Waarom?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Duopolie | Kap op kapitaal

Banken moeten meer eigen vermogen aanhouden. Geen drie procent, zoals nu het geval is, maar eerder twintig tot dertig procent. Dit voorstel komt van Anat Admati, een hoogleraar aan Stanford die binnenkort een seminar geeft in Amsterdam. Samen met Martin Hellwig schreef Admati een boek over kapitaaleisen voor banken, waarin zij voorstelt dat banken veel meer eigen vermogen moeten aanhouden. En gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks: Admati pleit voor een verplichte kapitaaleis van zo’n twintig tot dertig procent. Ter vergelijking: de voorgestelde kapitaaleis van Basel 3 is drie procent, het niveau waar grote Nederlandse banken nu ook ongeveer op zitten.

Kapitaal betekent in dit geval eigen vermogen, ofwel aandelenkapitaal. Het gaat dus niet om reserves en in principe hoeven kapitaaleisen dan ook niet te betekenen dat er minder geld uitgeleend kan worden door banken. Kapitaaleisen maken wel uit voor de manier waarop leningen door de bank gefinancierd worden. Bij een kapitaaleis van drie procent wordt elke lening die een bank uitzet voor gemiddeld drie procent gefinancierd met aandelen, en voor de rest met schuld. Maar de manier waarop een lening gefinancierd wordt maakt in principe alleen uit voor de samenstelling van de financiering, en niet voor de hoeveelheid financiering.