Hulspas weet het | Grote schoonmaak in de wetenschap

De #metoo campagne heeft afgelopen week een zeer opmerkelijk slachtoffer gemaakt. Een gletsjer. De Marchant gletsjer op Antarctica is niet meer. Hij heeft voortaan Matataua gletsjer. De gletsjer was oorspronkelijk genoemd naar de Amerikaanse geoloog David Marchant, wegens zijn ‘outstanding contributions to scientifc knowledge’,  zoals de officiële toewijzing door de United States Board on Geographic Names het omschreef. Hij was er reuzetrots op. Iedereen moest het horen. Maar dezelfde Marchant bleek nog een andere, duistere zijde te hebben. Een van zijn studenten, Jane Willenbring, reisde in 1999/2000 samen met hem naar Antarctica, en werd tijdens die expeditie door hem regelmatig gepest en lastiggevallen met seksistisch grappen. Na afloop diende ze geen klacht in (zoiets kan je carrière ruïneren) maar in 2016 kwam het er toch van. Dankzij #metoo. Ze ontdekte twee collega’s die hetzelfde hadden ervaren, en even later lag er een formele klacht bij de universiteit van Boston. Het onderzoek nam een jaar in beslag; daarna besloot het bestuur dat Marchant moest vertrekken. Iemand (niet Willenbring) heeft rond die tijd ook de Board ingeseind en binnen de kortste keren was Marchant niet alleen verdwenen uit Boston maar ook van de kaart van Antarctica.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.