De ongeschreven wet van de culturele realiteit zinkt langzamerhand in de Nederlandse tijdgeest. Het duidelijkste voorbeeld was de omslag van de negerzoen fabrikant Buys om het figuurlijke kenmerk van zijn product te laten vallen. Deze gedachtengang volgt precies in de lijn van het kabinetsbeleid wat zich richt op het zo professioneel mogelijk indammen van de stroom asielzoekers naar Nederland. Lang kun je discussieren of dit beleid vanuit humaan of economisch perspectief gerechtigd is. Een zinvolle discussie niet te verstaan maar vergeten we niet zaken die minstens evenveel aandacht nodig hebben?
In elke discussie zijn er aspecten waar je voor of tegen kunt zijn, door een overweging die je belangrijker vindt sta je voor een bepaald standpunt. Vaak werpt dit zwart-wit denken op, niet openstaan voor andere mogelijkheden in het grijze diffusie samenspel waaruit de maatschappij bestaat. Waarom dacht de Buys negerzoenmaker bijvoorbeeld niet aan de blankezoen, met een mooie witte chocoladehuls. Zo geldt dat ook voor veel overheidsbeleid op allerlei terreinen. We zijn als het oog van Sauron gefocust op de grensovergangen en zien niet dat er binnenin ons land en daarbuiten veel verbeteringen mogelijk zijn.
Stel dat hypothethisch gezien de overheid echt werkt aan integratie. Waarom ontvangen nieuw binnengekomen buitenlandse studenten dan de brieven over hun status in ons land in het Nederlands? Om maar niet te spreken over de absurde financiële constructies die Universiteiten moeten uitvoeren om studerende buitenlanders verblijfsrecht te gunnen. Waarom schaffen we de overheidssubsidie voor studenten buiten de EU af als we het zo belangrijk vinden dat kennis zich wereldwijd moet verspreiden? Is het recht op betaalbaar onderwijs afgeperkt binnen de Europese grens? Worden we een blok binnen Europa waarbij we hulp alleen maar aanbieden over de grenzen?