De vergeten Tsjetsjeense deportatie (deel 2)

Een gebeurtenis uit de Tweede Wereldoorlog die in het westen niet of nauwelijks bekend is, is de genocide die Josef Stalin begin 1944 pleegde op het Tsjetsjeense volk en andere volkeren op de Noordelijke Kaukaus. Tijdens Operatie Chechevitsa, die in het tsjetsjeens bekend staat als Ardakh, de Exodus, liet Stalin in minder dan een week tijd de complete bevolking van Tsjetsjenië en het ernaast gelegen Ingoesjetië deporteren naar Centraal-Azië. De genocide trof meer dan 500 duizend mensen, van wie 40 tot 50 procent kinderen. Naar schatting kwam bijna een kwart van de bevolking tijdens de eerste jaren na de deportatie om van de honger en de ontberingen tijdens de exodus. Het duurde tot 1957, toen Nikita Chroesjtsjov Stalin was opgevolgd, alvorens de Sovjet-Unie erkende wat er gebeurd was en de Tsjetsjenen stapsgewijs weer mochten terugkeren naar hun land. Deel 1 verscheen eergisteren. Barre omstandigheden Bijna drie weken zat men opeengepakt in treinwagons, zonder wasvoorzieningen en toiletten en met amper voedsel voorhanden. Er brak tyfus uit, zieken en zwakkeren kwamen om van honger en kou. Bovendien werden ze onderweg door de plaatselijke bevolking van de dorpen en steden die ze passeerden mishandeld, omdat was verteld dat ze voor collaboratie bestraft werden. Met enige regelmaat doorzochten de Sovjets de treinwagons op lijken, die dan simpelweg langs het spoor gedumpt werden. De Tsjetsjenen wilden hun doden echter later op de eindbestemming een goede begrafenis geven en probeerden de lijken daarom zoveel mogelijk tussen hen in te verbergen.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De vergeten Tsjetsjeense deportatie (deel 1)

Een gebeurtenis uit de Tweede Wereldoorlog die in het westen niet of nauwelijks bekend is, is de genocide die Josef Stalin begin 1944 pleegde op het Tsjetsjeense volk en andere volkeren op de Noordelijke Kaukaus. Tijdens Operatie Chechevitsa, die in het tsjetsjeens bekend staat als Ardakh, de Exodus, liet Stalin in minder dan een week tijd de complete bevolking van Tsjetsjenië en het ernaast gelegen Ingoesjetië deporteren naar Centraal-Azië. De genocide trof meer dan 500 duizend mensen, van wie 40 tot 50 procent kinderen. Naar schatting kwam bijna een kwart van de bevolking tijdens de eerste jaren na de deportatie om van de honger en de ontberingen tijdens de exodus. Het duurde tot 1957, toen Nikita Chroesjtsjov Stalin was opgevolgd, alvorens de Sovjet-Unie erkende wat er gebeurd was en de Tsjetsjenen stapsgewijs weer mochten terugkeren naar hun land. Deel 2 verschijnt overmorgen.

Tsjetsjeens kind in Centraal-Azië (foto: University of North Carolina)

Gedwongen volksverhuizing
De Chechevitsa vormde het einde van de van 1940 tot 1944 durende Tsjetsjeense Opstand, die haar hoogtepunt had tijdens de barre winter van 1942-1943 toen Hitlers troepen aan de poort van de Sovjet-Unie stonden. De Sovjet-Unie beschuldigde de Tsjetsjenen ervan met de Duitsers te heulen, de Tsjetsjenen zouden maar al te zeer bereid zijn de Duitsers over de bergpassen naar Azerbeidjan te gidsen, naar de eindbestemming van de Duitse operatie: de Azerische oliereserves. De meeste historici doen deze beschuldiging echter af als volstrekt onterecht.

Weliswaar hadden de Tsjetsjenen contact met de nazi’s, maar er was ook sprake van grote ideologische verschillen: het Tsjetsjeense streven naar zelfbeschikking stond tegenover het Duitse imperialisme. De Tsjetsjenen voelden er niks voor om de ene kolonisator te verruilen voor de andere en ze vertrouwden de Duitsers dan ook niet. Ze vonden het bovendien maar niks dat de Duitsers vriendschappelijk omgingen met hun traditionele vijand, de kozakken. Daarnaast leefde onder de Tsjetsjenen ook een invloedrijke joodse clan. Ttijdens de Tweede Wereldoorlog vochten circa 40 duizend Tsjetsjenen en Ingoesjetiërs in het Rode Leger tegen de Duitsers, van wie er 50 de allerhoogste onderscheiding Held van de Sovjet-Unie ontvingen. En tot slot hadden de Duitsers Tsjetsjenië nooit bereikt, want ze werden door het Rode Leger staande gehouden.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.