Positief populisme
Dit is de vierde gastbijdrage van Hoite Vellema, oud-student Internationale Betrekkingen aan de UvA.
Hoewel we in Nederland geen republiek hebben (ons staatshoofd blijft helaas een Oranje), zijn we al jaren op zoek naar een sterke man, of vrouw natuurlijk. Vanaf de dagen van Fortuyn blijkt de enorme aantrekkingskracht van die sterke man. Hoewel Fortuyn, charmant en eloquent als hij was, feitelijk geen politiek programma met enige substantie vertegenwoordigde groeide zijn aanhang binnen de kortste keren tot een ongekende omvang. Nooit eerder in onze gezapige democratie wist iemand in zo’n korte tijd zo’n grote aanhang te verwerven. Nota bene zonder ideologische basis, maar met politiek sexappeal.
Sindsdien hebben we de opkomst gezien van Wilders en zijn PVV, nú met dank aan de aanklacht zelfs tot 23 zetels. En ook de opkomst en afgang van Rita Tovenaar tot maximaal 29 zetels en weer terug.
Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze hebben alle drie een sterke vrouw of man met een conservatief en in mijn ogen visionair gehandicapt programma. De vraag is of we juist daar behoefte aan hebben. Hebben we wel behoefte aan een stroming vol nationale trots, maar met zoveel negatieve gevoelens uit de onderbuik? Het lijkt soms alsof we in een wereld vol misantropen beland zijn, cynisch en onverschillig over iedereen buiten de eigen kring. De kogel moet door de Linkse Kerk en Wilders moet zijn xenofobische mond houden. Het is maar net aan wie je het vraagt en meestal zit er niets tussenin.