Voordat de show begon, hadden ze nog even goed de kut van de koe gewassen. Tijdens de weg er naartoe vingen ze de stront op, zodat de poep niet tegen de poten zou spetteren. Terwijl de koe even later langs de jury liep, klonken er uit de speakers ronkende, roemvolle woorden. ‘Mooie, volle uiers’, vond de stem. ‘Schitterende aanhechting. Geweldige vooruiers.’ Zo zag je ze niet vaak. ‘Ik trek dit geen twee uur’, zei een van de meisjes die mee was naar de koekeuring.
Plattelandsjongeren, zo vertelde de voice-over aan het begin van Brommers Kiek’n, behoren tot de meest eigenzinnige subculturen van Nederland. De voice-over was de maker, Geertjan Lassche, die zelf uit zo’n dorp kwam. Of hij tot het soort vriendenclubje behoorde dat hij portretteerde, werd niet duidelijk. Ik vermoed van niet. Ik vermoed dat hij dat soort vriendenclubjes wel kende, maar enkel vanaf enige afstand. Ik kom zelf ook uit een gebied waar het in sommige kringen gebruikelijk is om daags voor een bruiloft een bord op de gevel te hangen waarop je met een weinig aan de verbeelding overlatend rijm enige seksuele wetenswaardigheden over het toekomstige paar uit de doeken doet. Maar zelf had ik weinig tot niets met dat soort kringen te maken.