Als ‘borstvoeding’ de vraag is, is ‘fles’ geen antwoord

De blogpost van Sabine Roeser over borstvoeding heeft veel losgemaakt. Vandaag een nieuwe reactie, dit keer van columniste Gabriëlle Jurriaans. Toen ik was bevallen van mijn tweede zoon dacht ik wel te weten hoe ik moest borstvoeden. Met ruim drie jaar borstvoedingservaring op zak zou het dit keer een eitje worden. De eerste 24 uur nadat mijn kind geboren was, zag ik echter geen kraamhulp of vroedvrouw meer. Toen was het leed al geleden: zoonlief weigerde de borst en wij zaten met een borstvoedingsprobleem. In Nederland wordt op alle fronten gekort op zorg en welzijn. Bezuinigingen hebben directe gevolgen voor miljoenen Nederlanders en dus ook op de zorg rondom borstvoeding. Daarom is de opmerking van Sabine Roeser -dat borstvoeding soms mislukt 'ondanks al die hulp'- merkwaardig. In die eerste uren na de geboorte van een baby staat er zelden een lactatiekundige aan het kraambed, terwijl dat moment nu juist zo cruciaal is. Lactatiekundigen kunnen je vertellen hoe frustrerend het is dat zij vaak achter de feiten aan moeten lopen. De druk om borstvoeding te doen slagen, ligt bij verpleegsters, kraamverzorgers en vroedvrouwen. Dat zijn nu net vakgebieden die geteisterd worden door een chronisch hoge werkdruk. Als er überhaupt al voldoende kennis en ervaring over borstvoeding bij hen aanwezig is.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: copyright ok. Gecheckt 12-10-2022

Tietje of flesje drinken: de grenzen van evidence based policy

Kan de wetenschap de controverse over borstvoeding en flesvoeding oplossen? Nee natuurlijk niet, constateert Antoinette Thijssen. Ze is Hoofd Communicatie bij het Rathenau Instituut.

Tot mijn grote genoegen zat ik laatst aan bij een dinerconference gehouden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Rathenau Instituut. In de Ridderzaal spraken ruim 200 hoogwaardigheidsbekleders uit politiek, beleid, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties met elkaar over evidence based policy. Die term slaat op het wenkende perspectief dat beleid rechtstreeks wordt gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Een mooi streven dat in de praktijk nog wel eens lastig blijkt. Denk maar het klimaatdebat. En aan de mislukte vaccinatiecampagne tegen HPV dat baarmoederhalskanker veroorzaakt. Beide cases worden veelvuldig aangehaald in de discussies over evidence based policy.

Eén onderwerp wordt, gek genoeg, nooit in dit verband genoemd. En dat is borstvoeding. Jammer, vind ik dat, want als er één thema is waarbij bij uitstek te zien is hoe ingewikkeld de relatie tussen wetenschap en beleid is dan is het wel bij borstvoeding.

Op het eerste gezicht lijkt er weinig aan de hand te zijn. Er is een grote berg wetenschappelijk bewijs dat borstvoeding gezonder is dan kunstvoeding. Dat geldt niet alleen in ontwikkelingslanden, maar ook in de westerse wereld. Studies wijzen uit dat borstgevoede kinderen minder kans hebben op het ontwikkelen van overgewicht en allerhande allergieën, op chronische luchtweginfecties en astma, en op bepaalde aandoeningen zoals de ziekte van Crohn. Daar komt nog bij dat het geven van borstvoeding de hechting tussen moeder en kind zou bevorderen. Niet voor niets zegt de Wereldgezondheidsorganisatie dat baby’s minimaal zes maanden, maar liever nog twee jaar borstvoeding zouden moeten krijgen. Niet voor niets promoten overheden het geven van borstvoeding. Niet voor niets is er een verbod op reclame voor kunstvoeding voor baby’s onder de zes maanden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Borstvoedingcultuur

De blogpost over borstvoeding van Sabine Roeser op deze website maakte heel wat los. Rathenau-onderzoeker Floortje Daemen beschrijft haar eigen ervaringen met de Nederlandse ‘borstvoedingscultuur’.

Met de slogan “borstvoeding is het beste voor je baby” werd ook ik om de oren geslagen in mijn eerste kennismaking met borstvoeding. Ik zat hoogzwanger samen met een handjevol andere aanstaande ouders in een morsig zaaltje te luisteren naar een weinig inspirerend verhaal over borstvoeding. Als ik zou twijfelen over borstvoeding, zou deze voorlichting mij niet over de streep hebben getrokken. Inmiddels genieten mijn zoontje en ik al ruim 16 maanden van borstvoeding en dat is voor Nederlandse begrippen uitzonderlijk lang. Toch begint 81% van de kersverse moeders met borstvoeding. Na 6 maanden is daar nog maar 13% van over, aldus een TNO-onderzoek. Dat verbaast mij niet, want één ding is mij duidelijk geworden de afgelopen 16 maanden: we hebben geen borstvoedingscultuur in Nederland. Ik hoor je denken: ‘een borstvoedingscultuur’ wat is dat nou weer? Zeker verzonnen door de ‘borstvoedingsmaffia’? Nee hoor. Het is mij gewoon opgevallen dat Nederland geen borstvoedingsvriendelijk land is.

Zo heb ik mensen om me heen hun verbazing horen uitspreken over hoe moeders ‘zomaar’ hun borst in het openbaar tevoorschijn haalden om hun kindje te voeden. Er ligt kennelijk een taboe op je kindje uit de borst voeden in het openbaar. Dit blijkt ook uit onderzoek van het Voedingscentrum. Slechts 55% van de Nederlanders vindt het normaal als er in zijn of haar bijzijn een kindje de borst krijgt. Zet hier de 92% tegenover die het heel normaal vindt dat een kindje de fles krijgt wanneer diegene in de buurt is en het is duidelijk dat borstvoeding geven niet vanzelfsprekend is ons kikkerlandje.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Borstvoeding versus flesvoeding

Sabine Roeser is hoogleraar techniek-ethiek aan de TU Delft en Universiteit Twente. Ze zet vraagtekens bij de manier waarop borstvoeding wordt gestimuleerd. Een nieuwe aflevering van de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.

‘Borstvoeding is het beste voor je baby’ – deze slogan hoort elke aankomende ouder vanaf het begin van een zwangerschap, rond de bevalling en tot maanden na de geboorte van een baby.  Borstvoeding is de meest natuurlijke voeding voor een baby en wordt geprezen om een groot aantal gezondheidsvoordelen ten opzichte van flesvoeding op basis van melkpoeder. De gezondheidsvoordelen van borstvoeding voor met name de baby maar ook voor de moeder blijken uit talloze wetenschappelijke studies. De WHO, Unicef, nationale overheden en gezondheidsorganisaties houden dan ook een pleidooi voor borstvoeding. Ziekenhuizen die borstvoeding aanmoedigen kunnen een bepaald certificaat krijgen.

Veel jonge ouders willen hun baby borstvoeding geven. Maar dat lukt niet altijd. De internationale borstvoedingsorganisatie La Leche League verspreidt informatie over borstvoeding. Lacatatiekundigen staan ter beschikking om te assisteren bij het geven van borstvoeding. Ondanks al deze hulp zijn er echter toch situaties waarbij borstvoeding niet lukt. In Nederland bijvoorbeeld begint de overgrote meerderheid van moeders na de bevalling met borstvoeding, maar reeds na een maand is dat aantal gehalveerd, en er zijn weinig moeders die tot zes maanden na de bevalling borstvoeding geven, terwijl dat de aanbevolen minimale duur is.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Baby’s | Onnatuurlijk is de norm tegenwoordig

De meerderheid bepaalt de norm. Dus als de meerderheid van baby’s al na een paar weken kunstvoeding krijgen, bepaalt dat wat “normaal” is. Ouders met kinderen worden in de eerste paar jaar geconfronteerd met de beruchte groeicurve. Het kind moet binnen het groene vlak blijven, anders is er paniek.
Maar er is een probleem met die groeicurve. Het is namelijk een vertaling van de realiteit van vandaag. Kinderen krijgen al heel snel kunstvoeding en groeien te snel.
Met opzet maak ik dat laatste vetgedrukt. Want wat zeggen de meeste krantenkoppen vandaag:
Baby’s met borstvoeding groeien trager

Pardon? Baby’s met borstvoeding groeien helemaal niet traag. Baby’s met borstvoeding groeien prima, zoals de natuur het bedoeld heeft. De kop suggereert dat er iets mis is met borstvoeding. Maar dat is niet wat het onderzoek heeft aangetoond. Sterker nog, er wordt (zoals inmiddels bekend) heel expliciet aangegeven dat borstvoeding de beste optie is.

Waarom dan die kop? Eigenlijk is dat voor mij als vader van een borstvoedend kind (> 1 jaar) allang geen vraag meer. Onnatuurlijk is de norm tegenwoordig. Op het consultatiebureau krijg je op je kop omdat het kind onderaan de curve zit. Bijvoeden zal je! Ook al leg je zo’n muts uit dat het kind nog steeds borstvoeding krijgt en het dus prima doet. Dan krijg je een meewarige blik; daar heb je weer zo’n alternatieveling.
En dat is pas echt dom. In plaats van dat men 4 jaar borstvoeding als gezond beschouwt en iedere ouder die sneller stopt meewarig aankijkt omdat die hun kinderen langer en vaker ziek laten zijn, moet je je gaan verdedigen voor iets dat goed is.
Maar dit soort krantenkoppen helpen dus niet. Die bevestigen alleen maar de nieuwe norm. Jammer.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.