‘Zetter haal die typo’s eruit,’ schreef terecht een lezer van het vorige stukje dat onder meer over zetten ging. Ik kwam net uit mijn middagtukje toen hij dat schreef en ik verbeterde de twee fouten direct, mezelf vervloekend (‘Waarom moet dit mij nu weer gebeuren?!’ klaagde de ene hersenhelft die nog niet helemaal wakker was. De andere, wakkerder, hersenhelft riposteerde: ‘Omdat je niet hebt opgelet, luldrie!’).
Dat tukje was trouwens nodig: ik had van zondag op maandag een nacht doorgehaald. Na de mooie tenniswedstrijd tussen Williams en Azarenka – de beste vrouwenfinale die ik in jaren heb gezien – was het half twee en ik voelde wel aan dat ik niet zou kunnen slapen. Ik ga dan ook niet naar bed om daar te gaan liggen woelen. Ik zet koffie, maak een broodje oude kaas. Wat te doen? Want je moet je tijd nuttig besteden. Normaal pak ik een boek, of ik pak een schaakopening, bijvoorbeeld het Koningsindisch met g3, een ontzettend saaie opening en dan probeer ik zetten voor zwart te vinden die het een beetje avontuurlijker kunnen maken. Die zetten controleer ik dan later op de computer.