Waarom heeft een week eigenlijk 7 dagen?
Sommige dingen lijken zo voor de hand liggend dat je er eigenlijk nooit bij stil staat, zeker iedereen die is opgegroeid in de dominante Joods-Christelijk traditie. De bijbelse God was immers zes dagen druk doende met de schepping. Dan, in genesis 2:2: “Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.” Ook in de tien geboden in Exodus is trouwens een duidelijke verwijzing terug te vinden naar de sabbat als rustdag.
Toch is deze verklaring verre van bevredigend en dat niet alleen omdat het bijbelse verhaal allegorisch van aard is. Het verklaart de 7-daagse week vanuit een verzonnen scheppingsverhaal, terwijl de bijbelse week, zoals veel meer joodse culturele elementen, historisch gezien gewoon terug grijpt op de veel oudere Soemerische week. Deze werd ingesteld door de Soemerische heerser Shulgi (2094-2047 v.C.).
De zogenaamde Umma kalender verspreidde zich via de latere Babylonische kalender door heel Mesopotamië en de Levant. De zon (Utu), maan (Nanna) en de vijf zichtbare planeten aan de nachtelijke hemel Mercurius (Enki), Venus (Inanna), Mars (Gugalanna), Saturnus (Ninurta) en Jupiter (Enlil) zouden als inspiratie hebben gediend voor een zevendaagse week. Zeven is dus wellicht toeval: als ook de buitenplaneten zichtbaar waren geweest, hadden we volgens deze logica een week met meer dan zeven dagen gehad. Ook de oude Grieken namen deze indeling over.