Kunst op Zondag | Ik ben van de oppervlakkige contacten

Ik ben van de oppervlakkige contacten Ik ben van de oppervlakkige contacten, niet van die diepgaande, ik ben van het vluchtige, ik hou afstand, ik kom niet dichtbij. Mij moet je niet hebben voor het duurzame, de lange baan. Ik wijs ernaar, ik raak het even aan – maar ik hou afstand, ik ben van het voorbijgaan. Ik blijf een kennis, sluit geen vriendschap. Ik blijf niet te peilen, ik blijf die vage gast. Ik ben de man tegen wie je praat, in de trein, In de wachtkamer, langs de lijn. Ik ben biechtvader, klaagmuur tegelijk. Ik ben een spiegel, een bodemloze put. Ik ben de taxichauffeur, ik ben de invalkracht, ik ben die collega van die andere afdeling. Ik ben die barman, ik ben die nachtportier. Ik ben van dat praatje op die ouderavond. Ik was dat, op dat feest, om drie uur ’s nachts, toen je het over je ex had. En ik was dat, toen je het, nog later, over je jeugd had. Ik sta op zaterdag naast je langs de lijn. Ik hoor het aan, ik knik, ik herhaal een woord. Mijn mimiek is in orde. Ik lach en schud een hand. En beloof tot ziens. Maar ik hou afstand, Ik kom niet dichtbij. Ik trek me terug. Ik zou het soms graag anders zien, maar dit is wat ik ben, ik ben van het voorbij. Ik ben die vage gast ----  Foto: Maria Willems (eigen foto, met toestemming) Elke tweede zondag van de maand worden in ‘Kunst op Zondag’ foto’s van Maria Willems verbonden met poëzie van Michiel van Hunenstijn.

Door: Foto: Maria Willems (cc)
Foto: Huub Zeeman (cc)

Kunst op Zondag | Musea: het nieuwe open

De musea ontvangen weer publiek. Ze zijn gehouden aan een protocol dat moet garanderen dat het bezoek met ‘gezonde afstand’ weer kunst bewondert.

Online kaartjes kopen, vastgestelde routes lopen, beperkt aantal mensen in de gebouwen en in de zalen, overal handgels,  geen groepsactiviteiten, performances en workshops. Het is voor iedereen nog wennen dat ‘nieuwe open’.

De voorlichting op de websites van de musea is net zo verschillend als de praktische uitwerking van het protocol.

Alle musea werken met toegang per tijdslot, online te reserveren. Eenmaal binnen mag je bij het ene museum zo lang blijven als je wil, bij een ander moet je er na 1 tot 2 uur weer uit.
Bij de een kun je handgel gebruiken door het met een voetpompje uit de fles te halen, bij een ander staan overal flesjes die iedereen met de handen aanraakt.
De route die je kunt lopen is bij het ene museum vrij strak bepaald, terwijl je in een ander museum wat vrijer rond mag kijken.
In sommige musea zijn ook restaurant, winkel en bibliotheek toegankelijk, bij anderen weer niet.

Soms gaat het er in het museum net zo aan toe als in de rest van de samenleving en loop je het risico dat er toch iemand binnen 1,5 meter naast of achter je gaat staan. (Meneer, u staat te dichtbij! – Nee hoor, ik sta toch 1,5 meter van het schilderij?!).

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Meningendemocratie

“We moeten waakzaam zijn voor een meningendemocratie. Het komt meer voor dan vroeger. Het kan voorkomen dat ik of mijn collega’s ter verantwoording worden geroepen, omdat iemand een mening over iets heeft. Het is dan niet van belang kennelijk hoe zwaar we die mening moeten wegen en of dat ook gestaafd wordt door onderzoek.”

Minister Rouvoet waarschuwt voor de meningendemocratie. Verder denkt hij dat de kloof tussen burger en politiek niet groter is geworden. Integendeel:

“We moeten uitkijken dat de afstand juist niet zo klein is geworden dat regering en parlement direct reageren op de veronderstelde mening van de bevolking.”