“De aanval was een succes. We hebben heel veel mensen gedood. Wie, dat weten we niet“. Ah, juist.
Al sinds 9-11 koesteren de Amerikanen de verdenking dat Al Qaeda haar basis heeft verlegd naar Somalië. Want daar is een nauwelijks of niet functionerende regering: lokale ethnische leiders maken er de dienst uit. Niemand die je lastig valt dus. Toch is dat niet gebeurd: wat ontbrak waren mooie natuurlijke schuilplaatsen en communicatievoorzieningen. Aldus het rapport “Counter-terrorism in Somalia, Losing Hearts and Minds?” van de International Crisis Group, een gerenommeerd instituut op het gebied van internationale veiligheid uit 2004. Wel bestond toen al een kleine Al Qaeda cel in Somalië, die ook mede de aanslagen in Nairobi, Mombasa en Dar-es-Salaam voorbereidde.
In 2003 vermoordde die cel vier buitenlandse hulpverleners. Westerse inlichtingendiensten bouwden daarop hun operaties in Somalië uit. Een aantal ethnische leiders werkten voor de westerse inlichtingendiensten en onderhielden een netwerk van informanten – op eigen kosten, want de inlichtingendiensten betaalden er niet voor.
Somaliers zelf waren nogal cynisch over die pogingen. Ze wilden niet geloven dat zich Al Qaeda aanhangers in hun midden bevonden. Ze geloofden dat het eerder een gevecht was tegen de Islam. Lastig: zonder steun onder de bevolking is elke counter-terroristische operatie gedoemd te mislukken, want inlichtingen vanuit de bevolking zijn van cruciaal belang.
En daarvan maakten Jihadisten en Al Qaeda weer dankbaar gebruik. Ze vermoorden ook gestaag een heel aantal mensen die voor westerse (of Ethiopische) inlichtingendiensten werkten. Daarbij waren de Amerikaanse inlichtingendiensten zo onverstandig om gebruik te maken van voormalige ‘warlords‘, die zo weer aan macht en invloed wonnen. Dat zette de veiligheidsituatie onder druk. Toen de Islamitische rechtbanken de zaak overnamen en de warlords weer terugdrongen, waren veel Somaliërs ze daar dankbaar voor omdat de stabiliteit tenminste weer hersteld werd.