Gin zit voor vier maanden in Sierra Leone om onderzoek te doen naar ex-kindsoldaten. Via de mail ontvingen we haar tweede verslag.
“I would never fight again, not even if they offered me a million dollars,” vertelt ex-kindsoldaat Junior me gepassioneerd. Een uitspraak die ik ook van vele andere ex-kindsoldaten heb gehoord. Ze doen hun uiterste best mij te overtuigen van hun verandering ten goede. “I used to be very, very wicked, but now I’m a good boy,” zegt Commander Jim. Ze willen een toekomst zeggen alle ex-kindsoldaten in mijn onderzoek unaniem. Het liefst op mijn kosten natuurlijk, maar dat terzijde. Als ik vraag naar hun ervaringen tijdens de oorlog vertellen ze overigens even zo gepassioneerd over hun (mis)daden. Ze vonden het ooit prettig om te moorden. Commander Jim sneed graag strotten door en Junior liet zijn ‘mannen’ (collega-kindsoldaten waar hij de leiding over had) mensenharten eten als ze te laf waren om de vijand te lijf te gaan. Geen lekkertjes dus, maar ze zijn bekeerd tot het Christendom, van de drugs af en vastbesloten op het rechte pad te blijven. Zeggen ze.
De praktijk blijkt vaak genuanceerd anders. Ze ondervinden problemen. Niet vanwege hun deelname aan de gewelddadigheden, maar vanwege het feit dat ze er uiteindelijk geen enkel voordeel uit hebben weten te halen. Tijdens de oorlog ontbrak het hen aan niets. “During the war I was doing fine, I had no worries, I used to be very comfortable, it’s only now, I strain a lot” verklaart Junior. Nu achteraf vindt hij dat zijn gedrag tijdens de oorlog verkeerd was, maar destijds had hij er geen problemen mee geweld te plegen.
“There is nothing sweet in war, war is just destruction,” volgens Junior, en daarom is er geen haar op zijn hoofd die eraan denkt ooit nog een geweer op te pakken en te gaan vechten. Voor niemand. Ook Commander Jim wil nooit, maar dan ook nooit meer iets te maken hebben met legers, geweren en geweld. Behalve als hun voormalige leider, Pa Norman (Samuel Hinga Norman), schuldig wordt bevonden aan oorlogsmisdaden en de rekrutering van kinderen jonger dan 15 jaar bij gewapende groeperingen. De Internationale Special Court is net klaar met de zaak tegen de leider van de Civil Defence Forces, die door vele Sierra Leonesen als bevrijders van het volk worden gezien. De uitspraak wordt verwacht. Wanneer kan ik niet vertellen. Misschien is er al een datum gepland, maar als dat een ‘Sierra Leonese’ datum is zegt dat niet zoveel. Dingen worden hier voortdurend uitgesteld. Soms een paar uur, soms een paar dagen en soms zelfs maanden en maanden.
De spanning onder de Kamajors (de belangrijkste militie binnen de Civil Defence Forces en de focusgroep van mijn onderzoek) stijgt met de dag. Pa Norman is ziek namelijk. Overgevlogen naar Senegal. En dus wordt er heftig gediscussieerd over zijn mogelijke overlijden. Niet dat de man in levensgevaar is, maar je weet nooit. Bovendien zijn er binnenkort verkiezingen, een mogelijkheid voor de Mende (de etnische groep waarvan de Kamajors afkomstig zijn) om meer macht te grijpen. Dan is er nog die vermaledijde uitspraak van de Special Court en tot slot de zaak tegen Charles Taylor die eveneens in juli dit jaar van start gaat.
Vier ingrediënten in een hele spannende tijd, die verschillende groeperingen in de greep houdt en velen van hen meer dan bereidwillig maakt opnieuw de wapens op te nemen. Een gunstig voordeel is dat ze die wapens in Sierra Leone niet hebben. Maar er is spanning en het neemt met de dag toe. Veel van de ex-Kamajors bevinden zich in een uitzichtloze situatie.