Groei aantal ‘verwarde personen’ is dubbelhartige ggz, zorgverzekeraars en overheid aan te rekenen
OPINIE - Vorige week verscheen Samen doorpakken, het tussenrapport van het ‘Aanjaagteam Verwarde Personen’. Het team, ingesteld door de ministeries van VWS, VenJ en de VNG, werkt aan ’het bevorderen van een sluitende aanpak van ondersteuning en zorg door alle gemeenten voor mensen die verward gedrag vertonen’. Dat is dringend nodig. In vier jaar tijd steeg het aantal ‘verwarde personen’ met 65 procent, van 40.000 in 2011, naar 65.000 in 2015.
Achter ieder van die 65.000 gaan zorg- en meelijwekkende verhalen schuil. Mensen die zichzelf verwaarlozen, hun woning vervuilen, de weg in hun eigen hoofd kwijt zijn, overlast veroorzaken, dreigen zichzelf wat aan te doen en sommige gevallen ook anderen. Waar in de publieke opinie de nadruk ligt op de problemen die ze voor anderen veroorzaken, zijn het bovenal mensen die hulp nodig hebben en die niet tijdig hebben gekregen.
Het tussenrapport van het aanjaagteam is er één in de categorie ’halfvol/halfleeg’. In klare taal wordt onder meer vastgesteld dat de groei van het aantal verwarde personen gerelateerd is aan de ambulantisering van de geestelijke gezondheidszorg. Ofwel, de beweging om mensen met ernstige psychiatrische problemen zo kort mogelijk op te nemen en zo veel mogelijk zelfstandig te laten wonen, draagt substantieel bij aan de stijging van het aantal verwarde personen. Dat is een belangrijke constatering omdat de ggz tot nog toe veel moeite heeft haar medeverantwoordelijkheid voor de trend te erkennen. In het rapport staat onomwonden dat verwarde personen ’mensen zijn met (ernstige) psychiatrische stoornissen in combinatie met andere problematiek’. Over mogelijke andere oorzaken van de stijging rept het aanjaagteam niet.