Een gastbijdrage van Jelle Reumer, directeur van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en paleontoloog.
Zelden waren Wetenschap en Kunst zo met elkaar verweven als in de periode van renaissance tot en met verlichting. Sindsdien zijn ze uit elkaar gedreven: wetenschappers specialiseerden zich ad absurdumen kunstenaars staarden meer en meer naar de eigen navel.
En toch kunnen wetenschap en kunst veel van elkaar leren. Neem de reconstructie van stambomen, een wetenschap die de laatste decennia dankzij fraaie computerprogramma’s een hoge vlucht heeft genomen. In de beroemde stamboom van het leven die Ernst Haeckel in de negentiende eeuw publiceerde stond de mens nog trots bovenaan, vlak boven de gorilla en de orang-oetan aan een boomtak die Apen heet. Helemaal onderaan de boom vinden we de Oerdieren, die een flinke dikke stronk vormen waar de rest van het dierenrijk op rust. De mens, dat mocht maar duidelijk zijn, was na Darwin weliswaar van zijn voetstuk gestoten als Kroon der Schepping, maar een positie als Kroon der Evolutie kwam er voor in de plaats.
Tegenwoordig heet het maken van stambomen ‘cladistiek’. Door allerlei kenmerken van soorten van een beoordeling te voorzien (bijvoorbeeld ‘aanwezig’ of ‘afwezig’, oftewel + of – dan wel 1 of 0) en die aldus gescoorde kenmerken in de juiste statistische software te gieten, kun je gevisualiseerde verwantschapsrelaties maken, zogenaamde cladogrammen, die sterk op ouderwetse stambomen lijken. En ook bij cladogrammen staat helemaal aan het uiteinde van het schema, dat is meestal rechts op het papier, de soort of het geslacht waar het om gaat. Een cladogram over de verwantschappen tussen mensen en mensapen laat bijna altijd de mens aan het uiteinde zien. Toch een beetje de Kroon op de Evolutie dus. En dat terwijl de chimpansee als hij dat zou kunnen beoordelen ongetwijfeld zichzelf als de Kroon zou beschouwen. En dat zou de gorilla ook, en de kapucijneraap, de spitsmuis en de pissebed of de oorworm. Er is niet zoiets als een Kroon op wat-dan-ook. Maar die cladogrammen staan muurvast gedrukt op papier of beeldscherm.
Dan komt de kunst te hulp, in de vorm van de beroemde mobiles van de kunstenaar Alexander Calder. Stel dat je een cladogram, zo’n stamboom, aan de basis zou oppakken en hem op zijn kop als een mobile van Calder aan het plafond zou ophangen, dan gaan alle soorten door elkaar heen bewegen maar zonder dat de onderlinge relatie daarbij verandert. Bij de mobile blijven twee objectjes die samen aan een stokje hangen samen aan dat stokje hangen. Hun positie in de ruimte verandert maar hun onderlinge relatie niet. Als je dat bij een stamboom doet kunnen zomaar ineens de schildpadden helemaal aan het uiteinde terecht komen, of zelfs de pissebed of de oorworm. En dat klopt: vanuit het gezichtspunt van de pissebed is de pissebed het hoogtepunt van de evolutie. Een hele geruststelling, dankzij de kunst van Calder.
Jelle Reumer hield in het najaar van 2011 vier lezingen over de Evolutie van de gewervelden. Deze column verschijnt tegelijk met 9 twinkers over evolutie.
Reacties (2)
Prachtig stuk poster (beetje eigen winkel van me). Maar weet U, je raakt een gevoelige snaar en dat is hip toch..die snaren ;
–ik kan de stroom van top-berichten hier bijna niet bijhouden..zucht.
–Een van mijn vrienden (een prof in Wageningen) is momenteel doende een ontmoetingscentrum tussen kunst en wetenschap op te zetten en mijn eerste idee was..nou moet dan, maar nu ben ik overtuigd. Wetenschap is een beoefening van kunst en kunstenaars, the real 1’s(.), zijn wetenschappers.
Terzijde waar komt toch dat woord Re-search vandaan..alsof je iets kwijt bent maar weer wil vinden. Zoiets als een beelthouwer die zegt dat in dat brok steen er al in zat wat ie zag en het eruit bikt?
Vorige zomer was er rond aywaille een meeting van beeldhouwers uit her en der. Gevaarlijke job btw..in gesprekken kwamen bovenstaande gedachten opdrijven. Heb foto’s van dat gebeuren maar dat kan , tot mijn grote spijt, niet meer geplempt worden op Sargasso. Mijn onkunde wellicht..
Onder-zoeken. Alsof je iets zoekt maar dan eronder. Waar komt dat toch vandaan?
Zijn er trouwens nog links naar voorbeelden? Ik vind het ene plaatje bij het artikel wat summier…