Effectief altruïsme
COLUMN - Geld weggeven functioneert vaak als statussymbool. Als je geld weggeeft, kun je je dat blijkbaar veroorloven. Als je echt rijk bent, kun je heel veel geld weggeven- of iets wat nog kostbaarder is: tijd. Dat is aantrekkelijk, blijkt uit een Amerikaans onderzoek naar een cohort van 6000 man dat zestig jaar gevolgd werd. Mannen die vrijwilligerswerk doen, krijgen gemiddeld meer kinderen.
Soms leidt de zoektocht naar status tot aparte taferelen: er zijn gevallen bekend van miljonairs die soep opscheppen voor daklozen. Voor de miljonair is tijd schaarser dan geld, en dus ‘duurder’ voor hemzelf om weg te geven. En kostbare giften leveren meer brownie points op, in zijn eigen ogen en die van anderen. Terwijl de daklozen voor het equivalent van het uurloon van de oliemagnaat waarschijnlijk best zelf hun soep willen opscheppen. In zo’n geval zit het verkrijgen van status voor de vrijwilliger dus het goede doel in de weg.
Vrijwilligerswerk verrichten we niet altijd om iets nuttigs voor een ander te doen, maar soms onbewust om iets te doen wat van ons een zo groot mogelijk offer vergt. Naast die statusbeluste vrijgevigheid kun je de tegenovergestelde variant zetten, ‘effectief altruïsme’, waarbij elke euro zo nuttig mogelijk wordt ingezet. Dat zou in principe de meest lovenswaardige vorm van hulp zijn, en daarmee de meest aantrekkelijke.