Kunst op zondag | Marokkanen
COLUMN - Uw vertrouwde KOZ-redacteur zit momenteel even ergens anders met zijn hoofd. Maar dat mag de pret niet drukken. Want kan de Kunst op Zondag deze zondag ergens anders over gaan dan over Marokkanen? Ik zie de treinen nog niet zo snel vertrekken, maar daar gaat het niet om. Het was vooral de gretigheid van het ‘minder, minder, minder’ waarmee de zaal een zich onaanraakbaar achtende Wilders toejuichte die de rillingen over het lijf deden lopen. Voor het eerst vond ik de vergelijking met een zekere periode uit onze geschiedenis gerechtvaardigd. Vervang de Marokkanen door Joden en je voelt precies waarom Wilders dit keer een grens is overschreden.
Kortom, deze Kunst op Zondag is geheel geweid aan Marokkanen-kunst (liefst van de entertete soort, waar Hij Die Niet Genoemd Mag Worden zo’n broertje dood aan had). Aan kunst door Marokkaanse kunstenaars en aan Marokkanen in de kunst.
De eerste kunstenaar van Marokkaanse komaf aan wie ik moest denken was Rachid Ben Ali, die in 2005, als reactie op de moord op Theo van Gogh, in het Cobra-museum een tentoonstelling had waarin hij porno, nazisme, poep en de islam aan elkaar koppelde. Ben Ali ontving toen de nodige doodsbedreigingen, wat hij gemeen heeft met de man die hem zo graag onze steden ziet verlaten.