Kunst op Zondag | Hypochonders
We leven in een tijd vol hypochonders. Ze leiden een bloeiend, maar ziekelijk leven in de media. Bang voor alles en alles is een ziekte.
Dat schoot door mijn hoofd toen ik de hypochonders zag fulmineren over de subsidie die popgroep De Staat kreeg toegewezen. Alsof voor het eerst een popgroep subsidie kreeg. Alsof De Staat de enige popgroep is die een bescheiden financiële ruimte krijgt om zich verder te ontwikkelen.
Popgroepen vragen regelmatig subsidie aan en krijgen die ook. Voor het maken van een clip, voor speciale projecten.
Melle de Boer en zijn band Smutfish kreeg van het Fonds voor de Podiumkunsten subsidie voor een tour langs filmhuizen. Muziek van Smutfish met projecties van De Boers tekeningen. Dit jaat staat een theatertour op stapel waar het album ‘Smetvis’ wordt gepresenteerd (de Engelstalige liedjes van Smutfish vertaald in het Nederlands door mensen als Freek de Jonge, Bart Chabot, Frederique Spigt en Levi Weemoedt. Hiervoor heeft Smutfish een zeer bescheiden subsidie ontvangen.
Het Mediafonds verstrekt subsidies voor het maken van videoclips. De Staat heeft daar al eens gebruik van gemaakt.
Dat het popmusici niet wordt gegund heeft volgens mij twee redenen: popmuziek wordt als commercieel gezien en dient zichzelf dus te bedruipen. Een veel te nauwe opvatting over popmuziek, die getuigt van onwetendheid over wat popmuziek nog meer is dan de dagelijkse riedels op de radio.