serie

Kunst op zondag

Foto: Joan (cc)

De langst lopende serie op Sargasso. De kunstredactie zorgt voor wat kunsteducatie op de vroege zondagochtend. Lezersbijdragen worden zeer gewaardeerd.


Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Uit Afrika

Er gaat het verhaal dat het paradijs ergens in Afrika gelegen zou hebben. Heden ten dage denken nogal wat Afrikanen dat het paradijs in Europa ligt. Qua kunst zou dat Venetië moeten zijn.

In het vorige artikel zagen we al dat op de Biënnale in Venetië maar weinig Afrikaanse kunstenaars te zien zijn: 22 kunstenaars uit 9 Afrikaanse landen.

Daarmee is ruim 16 procent van het Afrikaanse werelddeel vertegenwoordigd. Azië heeft ruim 33 procent op de biënnale staan, Latijns Amerika 24 procent, Oceanië 25 procent en Noord-Amerika scoort makkelijk 100 procent door de aanwezigheid van de V.S. en Canada..

De Venetiaanse biënnale is uiteraard vooral een Europese aangelegenheid. Dik 89 procent van de Europese landen is met een nationale inzending aanwezig.

Vanaf de eerste biënnale in 1895 tot nu toe, 57 edities later, hebben 19 van de 54 Afrikaanse landen zich er wel eens gepresenteerd. Naast de landenexposities zijn via galeries ook individuele kunstenaars te zien. Dit jaar zijn van de 120 kunstenaars die langs deze weg worden gepresenteerd, slechts 6 van Afrikaanse origine. Wat nog stukken beter is dan die ene, sinds 1975 vermiste Nederlander.

Nu is de situatie in veel Afrikaanse landen van dien aard, dat je je kunt voorstellen dat kunst wel het laatste is waar men zich druk om maakt. Misschien verklaart dat waarom er op zo’n prestigieuze biënnale weinig Afrikaanse kunst is te zien. En het verklaart wellicht ook dat een groot deel van de kunstenaars buiten Afrika woonachtig en werkzaam is.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag – De Afrikanen komen

Het raadseltje van vorige week had moeten uitkomen bij de Biënnale in Venetië en werk van Afrikaanse kunstenaars.

Michaël Borrmeans was genomineerd, maar werd niet gekozen om België op de Biënnale te vertegenwoordigen. Hij was wel één van de kunstenaars die vier keer eerder in parallele tentoonstelingen in Palazzo Fortuny was te zien.
De andere drie genoemde kunstenaars hebben wel op de Venetiaanse Beinnale gestaan. Daniël Buren in 1986, Thomas Hirschhorn in 2011 en dit jaar is Jelili Atiku één van de Nigeriaanse kunstenaars er te gast.

Wendelien van Oldenborgh verzorgt de Nederlandse inzending op de Venetiaanse Biënnale. Haar bijdrage focussed op Neerlands koloniale verleden. In een interview met dagblad Trouw zegt ze daarover:

Als het gaat om de koloniale tijd, komen we niet verder dan het begrip schuld. Maar schuld heeft geen productieve uitwerking. Je moet ook bereid zijn de verantwoordelijkheid op je te nemen en er iets mee doen: de lijn van het verleden doortrekken naar het nu. En daar probeer ik een steentje aan bij te dragen.

Het zou dus voor de hand liggen om vandaag in Kunst op Zondag uit te pakken met werk van Surinaamse, Antilliaanse, Indonesische en Molukse kunstenaars. Daar komen we zeker nog eens op terug, maar we kwamen in Afrika uit omdat Neerlands historische bijdrage aan het kolonialisme ook bestond uit het op gang brengen van migratiestromen, die Afrikanen over de hele wereld verspreidden.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Borremans Hirschhorn, Buren, Atiku

Een paar kunstenaars, deze keer zonder KoZ-toelichting.  Zoek de verbanden, de verschillen.

Michaël Borremans.

The Angel, 2013.
cc Flickr Liisa Maria photostream Amazing Michaël Borremans' exhibition.

The Prodigy, 2007.
cc Flickr Art Comments photostream Michaël Borremans The Prodigy 2007

Thomas Hirschhorn.

Crystal of Resistance, 2011.

Non-Lieux, 2002.
cc Flickr Meowius photostream Thomas Hirschhorn, Non-Lieux

Daniël Buren.

La fondation Louis Vuitton transformée par Daniel Buren, 2016.
cc Flickr Jean-Pierre Dalbéra photostream Daniel Buren à la Fondation Vuitton (Paris)

Monumenta 2012 (Grand Palais, Paris).
cc Flickr Jean-Pierre Dalbéra photostream Monumenta 2012 (Grand Palais, Paris) Daniel Buren

Jelili Atiku – meer in dit artikel in De Groene.

Op de Biennale Venetië, 2017.

Come Let Clutch Thee, 2014.

Vier kunstenaars. Zoek de verbanden. De verschillen.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Kunst van naam

Geef iets een naam en het krijgt betekenis. Dat geldt ook voor niets dat, paradoxaal genoeg, tot uiteenlopende verbeelding spreekt.

Stoort het u als een kunstwerk geen naam heeft? Je zou kunnen stellen dat figuratieve kunst, en met name de realistische variant, geen titel behoeft. Wat je ziet, is het. Het is zelfs vragen om moeilijkheden als een figuratief werkje een naam wordt gegeven.

Waarom krijgen wat tafels en stoelen die op het eerste gezicht deel uitmaken van een restaurant, bij de één de naam van de locatie en heet het bij een ander een vergaderzaaltje.

Wim Carrein – Barokke zaal kasteel Rullingen Borgloon (2009)
cc Flickr Vlaams Parlement photostream Wim Carrein Barokke zaal kasteel Rullingen Borgloon 2009

Guy Van Bossche – The conspiracy room (1994)
cc Flickr Vlaams Parlement photostream Guy Van Bossche - The conspiracy room (1994)

Zo’n naam, daar ga je wat achter zoeken. Dat kan natuurlijk de bedoeling van de kunstenaar zijn. Op het gevaar af dat zure resencenten schamper doen over het verband tussen beeld en het programma er achter.

Zodra het figuratieve naar abstractie neigt, is het misschien wel handig als er een naam bij hangt. Maar voegt “verliefde zwaluw” nu zoveel toe aan dit schilderij?

Joan Miro – Hirondelle amour (1933-34)
cc Flickr Mike Steele photostream Joan Miro Hirondelle amour (1933-34)

Bij abstractie is vorm en kleur wellicht genoeg om uw esthetische zinnen te prikkelen. Maalt u er dan om dat u hier wordt geacht naar een vogel te kijken?

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Romeinen in de Sahara

Rond het jaar 200 n.Chr. besloot de Romeinse keizer Septimius Severus dat het tijd werd in Libië de stad Lepcis Magna, waar hij was geboren, beter te beschermen tegen invallen van woestijnnomaden. Dat kon alleen door alle oasen in de Sahara te bezetten, zodat de nomaden niet langer het gecultiveerde land rond Lepcis konden bereiken. De nieuwe rijksgrens staat bekend als de Limes Tripolitanus en is het Libische broertje van de limes die hier in Nederland liep langs de Rijn.

Nu kun je wel een garnizoen leggen in een oase, je moet het ook nog voeden, en geen oase produceert genoeg water om voor 500 man en 500 dromedarissen voedsel te produceren. Geen nood: de Romeinen legden dammen en cisternes aan in de wadi’s, zodat ze boeren in de halfwoestijn konden vestigen en van de winterregens konden profiteren. Septimius Severus paste dus gewoon even een ecosysteem aan. Je bent keizer van Rome of niet.

De boeren – Libiërs, Syrische immigranten, Romeinse veteranen – bouwden dus complete dorpen in de woestijn. Hun graven zijn voorzien van reliëfs, die weliswaar ruw zijn maar ook een bepaalde kracht en vitaliteit uitstralen. Ik verbeeld me dat ik er stoere mensen in herken die begrepen dat de grens tussen leven en dood flinterdun was en samenviel met de aanwezigheid/afwezigheid van water. Mensen die elke dag van hun leven bevochten op de droogte en die daarom dubbel genoten van het leven. Hier zijn enkele reliëfs uit Ghirza, waarvan u de ruïnes in de Libische woestijn daar vindt. Die antieke gebouwen zijn vermoedelijk inmiddels door islamisten vernietigd.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Tranen trekken

Tranen en nog eens tranen. Toe maar jongen, gooit het er maar uit.

Zien huilen, doet huilen. Dat gaan we vandaag eens testen. Wie graag mee wil huilen maar er geen traan krijgt uitgeperst, raden wij kunsttranen aan.

Een vriend van mij vertelde me een verhaal over een fantastische driftbui die zijn dochter had. Ze was ontroostbaar maar bestudeerde tegelijkertijd zichzelf in de spiegel.

Dat was de inspiratie voor de vijf huilende meisjes die Laura Ford maakte voor het beeldenpark Jupiter Artland (Edinburgh – Schotland).

Laura FordWeeping girls, 2009.
cc Flickr Pierre Arronax photostream Weeping Girls by Laura Ford

Eén van de theorieën waarom er weinig in musea wordt gehuild, is dat men niet zo makkelijk een potje grient in publieke ruimten. De inspiratiebron van Laura Ford huilde nog binnenskamers en was haar eigen voyeur.

Dora Moutot kreeg mensen zo ver hun tranen op het internet te vertonen. Haar Tumblr-project “Webcam Tears” is geïnspireerd op 365 days: a catalogue of tears van Laurel Nakadate, die een jaar lang zichzelf fotografeerde tijdens en na een huilbui.

Dora Moutot verklaart zich nader:

Webcam tears is a project depicting contemporary sadness in an voyeuristic internet era through the medium of the webcam.
Webcam Tears is a project about internet exhibitionism and loneliness in an time where your best friend is your screen.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Wir setzen uns in Tränen nieder

Fijn dat het Pasen is, want dat betekent het einde van een week gesnotter. Bij die hele lijdensweg zijn nogal wat tranen vergoten, culminerend in het slotkoor van Bachs Matthäus Passion. Devote volgelingen zitten jankend bij het graf van Jezus en blèren er een eindje op los.

Zoals er hopeloos veel is geschreven over de Matthäus Passion, zo veel wordt er ook geschreven over tranen in de kunst. Het merendeel gaat over afgebeelde tranen, waar collega Willem Visser op Sargasso al eens wat woorden aan wijdde.

Maar al eeuwenlang komt af en toe de vraag boven drijven waarom mensen wel of niet huilen bij het zien van beeldende kunst. Algehele tendens: het intrigeert de schrijvers waarom mensen wel een traantje plengen bij een stukje muziek of een film, maar zelden of nooit bij een schilderij of sculptuur.

Een mysterie, dat bij diepere beschouwing geen groot mysterie is.

Uit alle tot nu toe bekende onderzoeken, literatuur en essays kan worden opgemaakt dat a) er bar weinig wordt gehuild bij beeldende kunst, b) als er wel wordt gesnotterd de triggers tot janken te divers zijn om er algemeen geldende conclusies aan te verbinden en c) er net zoveel cultuur- en tijdsgebonden aspecten een rol spelen als bij huilpartijen buiten de kunst. Om van zeer diverse hoogstpersoonlijke drijfveren niet te spreken.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Assemblage

Onze exercitie in materialen werd onderbroken door bommenwerpers en Boekenweek. We pakken de draad weer op en komen met het beloofde vervolg op de gemengde technieken, annex ‘mixed media’..

De vorige keer lag de nadruk op collages. Knip- en plakwerk, om al doende het platte vlak enige diepgang te geven. De drie dimensionale variant heet assemblage.

De essentiële vraag bij gemengde technieken is natuurlijk: waarom is het voor een specifiek kunstwerk van belang verschillende materialen en technieken te gebruiken? Als dat belang er niet is, is zo’n kunstwerk dan niet meer dan een aardig fröbelwerkje?

Ach, daar gaan we weer, zullen sommigen kreunen. Waarom toch altijd enig belang gezocht, terwijl de wereld aan belang ten onder gaat?

Welnu, dat belang kan ook puur de esthetiek van een kunstwerk zijn. Of louter de expressie. Het hoeft geen belang te zijn in de zin van ‘aan iets anders dan aan kunst gerelateerde betekenis’.

De theorie zegt dat in assemblages vaak gebruik wordt gemaakt van ‘gevonden voorwerpen’. De ‘objets trouvé’, bekend geworden door de pisbak van Marcel Duchamp. Maar door de jaren heen is het principe meer losgelaten en worden onderdelen speciaal voor een bepaald werk door de kunstenaar gemaakt.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Verboden vruchten

De Boekenweek is ten einde. Na een week ‘verboden vruchten’ kunnen we dus weer over tot de orde van de dag: zoete koek.

In haar propaganda ging De Boekenweek geheel voorbij aan de mythische verboden vruchten en legde de nadruk op genot.

De mens is genotzuchtig. Maar toegeven aan genot levert soms strijd op, met ons geweten, onze levensovertuiging, onze omgeving en onze fysieke dan wel geestelijke grenzen. Wel willen, niet mogen, toch doen: verboden vruchten, zowel in het leven als in de letteren.

Drank, drugs en vooral seks. Daar moest het over gaan. Terwijl het verboden fruit afstamt van een aan alle kanten rammelend verhaal over het verbod op kennis.

De essentie van dat verhaal is dat een of andere god eens wilde uitzoeken of zijn mensen gehoorzaam, onvoorwaardelijk en blindelings in hem wilden geloven. Die god ontwierp een testje die zo in elkaar zat dat het wel verkeerd af moest lopen. Waarna er de meest onlogische dingen gebeurden.

Michelangelo – fresco Sixtijnse kapel. De Verleiding en de Verdrijving uit het paradijs, 1508 – 1512.
cc flickr Dennis Jarvis photostream Italy-3227 Michelangelo Sistine Chapel

Een larmoyant verhaal tegen de ratio, tegen de essentie van de vrije wil, tegen de nieuwsgierigheid en zeker tegen de vrijheid van meningsuiting. Voor al die zaken werd de mens genadeloos gestraft.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Bommenwerpers

In de vorige KoZ werd even verwezen naar de B52 Lipstick bommenwerper van Wolf Vostell. En toen dacht ik: bommenwerpers, waar heb ik die meer gezien?

Ik zie ze het liefst niet. Hooguit als schroot. In 2012 deden graffiti kunstenaars er nog wat aardigs mee op een vliegtuigkerkhof in Arizona, USA. Afgedankt luchtmachttuig. Hier een restant van een militair vrachtvliegtuig, nu meer dan duidelijk gekarakteriseerd als oorlogsmateriaal.
cc Flickr Alan Wilson photostream Douglas C-117D 'Phoenix in Metal' 17177

Over dat kerkhof maakte Ahmet Ogut het filmpje ‘Things We Count’. De camera gaat langs het vliegtuig terwijl ze in het Koerdisch, Turks en Engels geteld worden.

Wat in de vliegerij ‘nose art’ wordt genoemd (kunst op de neus van vliegtuigen), is in het militair industrieel complex een manier om lollig te doen met bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen. De meeste versieringen (pin ups) maken volslagen duidelijk dat oorlog voeren niets anders is dan macho je pik achterna lopen.
cc Flickr RV1864 photostream WW2 Nose Art

Als bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen, non-actief, wel getoond worden, wat is dan de beste manier? Als oorlogsmonument?

Door heel ons land zijn restanten van bommenwerpers uit de Tweede Wereldoorlog te vinden, als onderdeel van monumenten ter herinnering aan de vliegers die omkwamen toen hun toestel hier neerstortte. De meesten kwamen terug van de bombardementen die ze in Duitsland hadden uitgevoerd. Op de terugweg werden sommigen door Duitse gevechtsvliegtuigen verrast.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Gemengde technieken

Zoals vorige week beloofd komen we terug op ‘mixed media’. Gemengde technieken, reageerde een van onze vaste lezers, toen ik het over gemengde materialen had.

Subtiel of essentieel verschil? Je kan zeggen: elk materiaal heeft een eigen techniek om bewerkt te worden. Maar het kan uitmaken of een wollen draad op een canvas gelijmd, geniet of geborduurd wordt.

En dat is dan het aardige van ‘mixed media’: materialen, vaak nog herkenbaar in hun oorspronkelijke hoedanigheid, worden iets geheel nieuws als je ze maar combineert met andere materialen. Eigenlijk is elk ‘mixed media’ werk een collectief van materiaal en techniek.

In die zin zou ‘mixed media’ een statement kunnen zijn. Om maar wat te voorbeelden: verf is niets zonder hout, steen heeft geen identiteit zonder verf, textiel kan niet zonder ijzer, met aal krijg je paling.

Kunst zou kunst niet zijn als onder ‘mixed media’ een zeer divers scala aan werken moet worden verstaan. Geen eenduidig label, geen strak afgebakend genre.

De collage kunnen we wel de oervorm van ‘mixed media’ noemen. Knip- en plakwerk, uitgevoerd op een plat vlak. Zo goed als hetzelfde is het genre ‘gemengde techniek op canvas’. Pablo Picasso en Georges Braque staan te boek als de godfathers van de collage.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Mixed media

Via uiteenlopende vormen van gebakken klei, kwamen we vorige week ineens bij staal terecht. En dat brengt ons, hoe kan het ook anders, weer bij ‘mixed media’.

Het is natuurlijk prachtig als een kunstenaar met slechts één soort materiaal een krachtig kunstwerk kan maken. Minder is vaak meer. Maar de kunstenaar die alles weet te zeggen in één enkel gebaar, gevat in één enkele vorm, van één enkel soort materiaal, moet nog geboren worden.

We komen nog op ‘mixed media’ terug. Nu eerst wat schoten voor de boeg.

Carel VisserMoeder en kind, 2001 (divers metaalafval, gevonden voorwerpen, gegoten in brons)
cc Flickr Dietmut Teijgeman-Hansen photostream moeder en kind van Carel Visser – Westersingel

Sarah SzeCorner Plot, 2006 (o.a., baksteen, divers meubilair)
cc Flickr Matt Hobbs Corner Plot by Sarah Sze

Peter van LoonDe Waagschaal der globale rechtvaardigheid, 2009 (betonijzer, elastiek, papier)

Mark Jenkins – Winner Takes All, 2010 (o.a. cement en textiel)
cc Flickr Mark Jenkins Winner Takes All 2010

Tom Sachs – Big Tits, 2014 (porselein, baseball knuppel, elektronica).
cc Flickr Rocor photostream Tom Sachs Big Tits, 2014. Porcelain, mixed media. YBCA

Gen rechtenvrije afbeelding kunnen vinden, maar kan ‘Long term parking’ (beton en metaal) van Arman toch niet ongenoemd laten.

Met de term ‘mixed media’ kun je alle kanten op en dat gaan we de komende weken dan ook doen. Dan met wat meer beschouwing.

Vorige Volgende